door Alex de Vries HOUTEN - Een forse toename van de lokale lasten met 6,3 procent zorgt dit jaar voor een lichte daling van de koopkracht. Alleenstaanden, samenwonenden en gezinnen leveren over 2002 gemiddeld 0,2 procent aan koopkracht in.
Inkomens tussen de 15.000 en 35.000 euro worden relatief het zwaarst in de portemonnee getroffen. Dat blijkt uit de nieuwste berekeningen van de vakcentrale Unie MHP over de onroerende zaakbelasting (ozb), riool- en reinigingsrechten en waterschapsheffingen in honderden gemeenten.
De koopkrachteffecten verschillen opnieuw fors per gemeente. Inwoners met bijvoorbeeld een bruto-inkomen van 35.000 euro (ruim modaal) zijn in het Gelderse Rozendaal het slechtst af. Daar daalt de koopkracht met 1,9 procent (1182 euro). De lommerrijke gemeente was vorig jaar ook al koploper. Ook inwoners van Abcoude (1,7 procent), Reeuwijk (1,5 procent), Ouderkerk (1,5 procent), Blaricum (1,4 procent) en Bunnik (1,4 procent) leveren flink aan koopkracht in.
Geluksvogels
Inwoners van Ameland zijn de grootste geluksvogels in ons land. Zij gaan er 1,1 procent (538 euro) op vooruit. Verder stijgt de koopkracht ook stevig (0,8 procent) in de gemeenten Harderwijk, Zevenaar, Veenendaal, Katwijk, Didam en Dinxperlo.
"De woonlasten in de ene gemeente zijn ruim tweeëneenhalf keer zo hoog dan in een andere gemeente. Die verschillen in voorzieningenniveau rechtvaardigen een dergelijk verschil echter niet", stelt beleidsstrateeg Eddy Haket van de Unie MHP.
Voor het eerst sinds jaren is de ozb niet de grootste veroorzaker van de lokale lastenstijging, zo blijkt uit de berekeningen. Dit heeft onder meer als reden dat veel gemeenten van hun grotere beleidsvrijheid gebruik maakten om de Zalmsnip (gemiddeld 36 euro) te verlagen. Hadden ze dat niet gedaan dan was de ozb met 6,5 procent gestegen in plaats van 4,3 procent nu.
De Unie MHP tempert overigens het enthousiasme over de plannen van centrum-rechts (CDA, LPF en VVD) om de ozb af te schaffen. "Daarvan moet niet te veel worden verwacht", aldus Haket. "Bij een bruto-inkomen van 35.000 euro zou dit een koopkrachtverbetering van gemiddeld 1,1 procent inhouden. Dit weegt nog niet eens op tegen bijvoorbeeld de plannen om het spaarloon en de premiespaarregeling af te schaffen. Dat levert een koopkrachtdaling van 2,5 procent op."