SANTIAGO - De Argentijnse ijsbreker Almirante Irízar is gisteren uit Buenos Aires vertrokken voor een reis van bijna 8000 kilometer naar het pakijs in de buurt van de Antarctische Gough-archipel waarin een Duits schip met 108, meest Russische opvarenden, aan boord al twee weken vastzit. De ijsbreker neemt 80 ton levensmiddelen en reddingsmaterialen mee, naast 800 kubieke meter brandstof en twee helikopters. De Almirante Irízar zal volgens haar kapitein Raúl Benmuyal zeker tot 10 juli nodig hebben om de Zuidelijke IJszee te bereiken.
De laatste satellietfoto's laten zien dat het oceanografische onderzoeksschip Magdalena Oldendorff door het aanwassende pakijs steeds verder verwijderd raakt van open water. Het tussen de ijsschotsen ingeklemde vaartuig is inmiddels al omringd door een ijsvlakte met een doorsnee van ruim 400 kilometer.
De toestand aan boord is penibel. Via de kortegolfradio liet de bemanning van de Magdalena Oldendorff weten dat zowel de voorraad levensmiddelen als brandstof voor de verwarming ten einde raakt. De stemming onder de opvarenden bereikte een nieuw dieptepunt toen drie dagen geleden de laatste sigaret in rook opging.
Wanneer de in dit jaargetijde uitzonderlijk ruige weersomstandigheden in de Zuidelijke IJszee het toestaan, wil de Argentijnse ijsbreker het Duitse vaartuig met helikopters proberen te bevoorraden. Volgens de Argentijnse marine zal het breken van een vaargeul minstens een maand vergen. De in Finland gebouwde Almirante Irízar is de enige ijsbreker van formaat in Zuid-Amerika en kan zich al beukend een weg banen door tot aan zeven meter dik ijs.