NEW YORK - Het Amerikaanse accountantsconcern Arthur Andersen verdwijnt met het schaamrood op de kaken van het toneel. De accountantsfirma is afgelopen weekeinde door een rechtbankjury in Houston schuldig bevonden aan belemmering van de rechtsgang in het Enron-schandaal. Andersen ziet zich nu gedwongen het werk neer te leggen als accountant van beursgenoteerde ondernemingen in de VS. De accountant zal op zijn vroegst op 31 augustus stoppen.
Volgens Andersen maakt het vonnis 'feitelijk een eind aan de controlepraktijk', ook al gaat het concern formeel in hoger beroep. Volgens de wet mag een veroordeelde rechtspersoon geen bedrijven bijstaan die aan Amerikaanse effectenbeurzen zijn genoteerd.
Met de beurstoezichthouder Securities and Exchange Commission (SEC) zou al zijn overeengekomen dat Andersen voorlopig tot eind augustus actief blijft. Andersen zal de cliënten, die de al maanden in opspraak zijnde organisatie trouw zijn gebleven, begeleiden bij de overgang naar andere accountants.
Het dramatische einde van het 89 jaar oude accountantsconcern werd al in maart van dit jaar ingeluid toen de Amerikaanse justitie besloot Andersen in staat van beschuldiging te stellen wegens het vernietigen van 'tonnen' aan documenten en e-mails inzake Enron - de in een geur van fraude en corruptie omgevallen energiereus uit Houston. Enron gold als één van de grootste klanten van Andersen, en ging eind vorig jaar over de kop toen uitkwam dat schulden en verliezen waren verdonkeremaand.
De rechtbankjury concludeerde afgelopen zaterdag dat de vijfde grootste accountant ter wereld opzettelijk tot vernietiging en wijziging van documenten was overgegaan om het onderzoek van de overheid naar Enron te dwarsbomen. Alom wordt betwijfeld of een appèl het concern nog kan redden van de definitieve ondergang.
De uitspraak is een klinkende overwinning voor justitie die al heeft laten weten dat enkele Andersen-kopstukken, onder wie topjuriste Nancy Temple, op de nominatie staan om te worden aangeklaagd. Temple zou vanuit het Andersen-hoofdkwartier in Chicago mede leiding hebben gegeven aan de omvangrijke vernietigingsoperatie.
Andersen hangt in de strafzaak een boete van maximaal $500.000 boven het hoofd, en wordt nog geconfronteerd met een stortvloed van civiele schadeclaims. De accountant heeft al 763 cliënten en duizenden partners zien vertrekken sinds het concern begin dit jaar zelf bekendmaakte dat door de vestiging in Houston tal van Enron-documenten waren vernietigd. De verantwoordelijke partner David Duncan werd door Andersen op staande voet ontslagen, maar sloot later een deal met justitie en trad op als kroongetuige in het proces.
Andersen-advocaat Rusty Hardin wil in hoger beroep aanvoeren dat de accountant geen eerlijk proces heeft gekregen door een omstreden beslissing van rechter Melinda Harmon. Zij gaf de jury, die aanvankelijk niet tot een unaniem oordeel kon komen, juridisch meer armslag door te beslissen dat er geen overeenstemming hoefde te bestaan over de identiteit van degene die binnen Andersen heeft aangedrongen op de vernietiging. Juryleden verklaarden na afloop van de rechtszaak dat Andersen-juriste Temple het 'meesterbrein' is geweest.