door Johan van den Dongen en René Steenhorst AMSTERDAM - Dopinghandelaren en -gebruikers hebben in ons land vrij spel. Politie en justitie doen vrijwel niets tegen de illegale handelaren en naar schatting 45.000 gebruikers van stimulerende middelen. Dat blijkt uit een nog niet gepubliceerd onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie.

Volgens het openbaar ministerie staat het bestrijden van dopinghandel niet heel hoog op de prioriteitenlijst. "We komen er over het algemeen niet aan toe. We kunnen de capaciteit maar één keer inzetten'', aldus de woordvoerder van het parket-generaal gisteren.

Uit het rapport van Justitie blijkt dat bij de inspectie van het ministerie van Volksgezondheid de namen van dertig à veertig notoire dopinghandelaren bekend zijn. Opsporingsambtenaren zeggen echter dat ze geen goed zicht hebben op de dopinghandel.

In de handel in doping gaat volgens het rapport jaarlijks zo'n 90 miljoen euro om. Van de 'recreatieve gebruikers' is ongeveer de helft aan de anabolen of groeihormonen. De anderen gebruiken stimulerende middelen als amfetaminen, cocaïne en efedrine. Ook gebruiken sommige sporters diergeneesmiddelen om de prestaties te verhogen. Naar schatting is zeker driekwart van de gebruikte middelen sowieso illegaal. De rest is alleen op doktersvoorschrift toegestaan.

Vooral in fitnessclubs en sportscholen worden steeds meer stimulerende en spierversterkende middelen gebruikt. De Tweede Kamer heeft de sancties tegen dopinghandel vorig jaar juist vertienvoudigd naar maximaal zes jaar gevangenisstraf.

Bij het OM in Haarlem is het tekort aan mankracht dusdanig nijpend, dat het sommige vormen van kleine criminaliteit maar laat liggen. "We kunnen niet alles aan, we moeten een afweging welke zaken we oppakken en welke we laten liggen. Deze weken praten we erover hoe die afweging eruit komt te zien'', zegt persofficier E. Hartjes van het Haarlemse parket, dat verstopt is geraakt door de enorme toestroom aan bolletjesslikkers.

De Zandvoortse burgemeester M. van der Heijden vindt dit onaanvaardbaar: "We vragen ons af of de burgers het nog begrijpen. Het valt niet uit te leggen dat je kleine criminaliteit niet bestrijdt, terwijl je wel tijd maakt voor een probleem waarmee de man in de straat niets te maken heeft, namelijk de bolletjesslikkers.''

De Nederlandse dopingdeskundige prof. dr. Harm Kuipers vindt dat het eerstvolgende kabinet maatregelen tegen het gebruik van doping hoog op de politieke agenda dient te plaatsen. "Doping, het gebruik van stimulerende middelen, heeft het in zich om tot een vergelijkbaar groot probleem uit te groeien als verdovende middelen", zo oordeelt hij. "Zeker als er niets tegen wordt ondernomen. Voor een deel speelt het gebruik zich natuurlijk af binnen dezelfde groepen. Doping belooft de gebruiker ook veel: een goede conditie en een krachtig ogend figuur, zonder dat sport nodig zou zijn. Wel, dat slaat aan, zeker in deze tijd waarin uiterlijk belangrijker is dan ooit. Maar alle beloften zijn vals. Want de consequenties van het gebruik kunnen levensbedreigend of zelfs dodelijk zijn."

Kuipers is oud-schaatser, hoogleraar Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Maastricht, betrokken bij het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) en lid van de ad hoc commissie van het World Anti-Doping Agency (WADA). Gisteravond reageerde hij desgevraagd telefonisch vanuit de Canadese stad Montreal. Hij verblijft daar vanwege een vergadering van de WADA. De WADA is in 1999 opgericht om wereldwijd de strijd tegen dopinggebruik in de sport te bevorderen en te coördineren. De commissie is thans bijeen om voorstellen te bespreken voor een nieuwe lijst van dopinggeduide stoffen voor het jaar 2003.

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 17 juni 2002