De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 25 mei 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Luyendijks luxepositie

door Coo Dijkman

   
 

INDIANAPOLIS - De organisatie van de 86e Indy 500 mijls race heeft dit keer geen enkel risico genomen. Niet Steven Tyler van popgroep Aerosmith werd nogmaals uitgenodigd om het Amerikaanse volkslied te komen zingen, maar Josephine Holmon van de militaire academie West Point zal morgen 'The Star-Spangled Banner' ten gehore brengen. Het gekrijs van Tyler was vorig jaar immers zo snerpend dat alarmsystemen van auto's op de parkeerplaatsen spontaan begonnen te gieren, maar wat de zanger het kwalijkst werd genomen, was dat hij de tekst van de nationale hymne op de beroemde autorace had afgestemd.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (284x426, 27kb)
Arie Luyendijk. (Foto: EPA)
Op de Speedway wordt door de bewaking zachtmoedig ingegrepen als dames op de tribunes hun blote borsten tonen of als dronken stelletjes een nummertje maken in de beruchte 'snake pit' op het binnenterrein, maar de verkrachting van het volkslied is er een ware doodzonde. Cadet Holmon zal ongetwijfeld strikte instructies hebben gekregen minder schaamteloos op te treden.

Safety first gaat echter minder op voor de traditionele aanloop naar 'The Greatest Spectacle in Racing' dan voor de Indianapolis Motor Speedway die nog steeds nostalgisch de 'brickyard' wordt genoemd. Die bijnaam stamt nog uit de tijd dat de 2,5 mijls lange baan geplaveid was met bakstenen. De legendarische doch listige oval met twee lange rechte stukken en vier schuine bochten die gemakshalve als turn 1 t/m 4 worden aangeduid, is met zijn tijd meegegaan. Niet alleen qua imponerende accommodatie maar sinds dit jaar ook met een systeem om contact met de meedogenloze muur minder dramatisch te maken. De bochten zijn nu aan de buitenkant uitgerust met 'zachte' wanden van staal en schuim die de impact van een crash of botsing absorberen. Het systeem heet Safer (Steel and Foam Energy Reduction). "Maar dat wil nog niet zeggen dat je nu als een Dennerdaler de muur kunt inknallen", neemt Arie Luyendijk wat gas terug.

Jazeker, hij is er morgen opnieuw bij, de zoon van oud-coureur Jaap Luyendijk die onlangs 80 jaar werd en het patent heeft op de gekke term Dennendaler. "Nee, ik zal nooit meer zeggen dat dit mijn laatste Indy 500 wordt. Ik doe niet meer mee aan voorspellingen. Eigenlijk verkeer ik in een luxe positie vergeleken bij andere coureurs. Wel of niet meedoen, maak ik zelf uit", glimlacht de 48-jarige Arie Luyendijk, die in 1999 als racemiljonair afscheid nam maar desondanks voor de zeventiende maal aan de start zal staan van de uit 1911 daterende autorace. Zijn excuus: "Het racen zit nu eenmaal in mijn bloed. Eens een racer, altijd een racer, zeggen ze wel eens."

Het grootste eendaagse sportevenement ter wereld dat jaarlijks circa 400.000 betalende toeschouwers trekt, wist hij tweemaal te winnen (1990 en 1997). Nog altijd heeft de inmiddels oudste deelnemer er een aantal records staan. Zo draaide hij er in 1996 de hoogste gemiddelde snelheid in kwalificatie (381,3 km/u over vier ronden) en verdiende Luyendijk met zijn zege in 1997 het recordbedrag van $1.868.150. Geld en glorie is hem ten deel gevallen in een land dat sporthelden weet te waarderen. Daarom fronste hij bij het lezen van een Nederlands sportweekblad dat inhaakte op de komende Indy 500 die door RTL5 rechtstreeks (18.00 uur Nederlandse tijd) wordt uitgezonden met commentaar van Allard Kalff. Het verhaal begon met 'onbekend is eigen land, bemind in Amerika'.

Luyendijk, meer verbaasd dan smalend: "Zouden ze in Nederland echt nooit over de Indy 500 hebben gehoord? Ik kan het me niet voorstellen. Maar ja, ze schreven ook dat ik mijn zoon had verboden om ooit op ovals te gaan racen. Nou, ik heb dan nieuws, want Arie junior gaat volgende maand deelnemen aan de Infiniti Pro Series, op ovale banen en met 450 pk onder zijn kont. Natuurlijk zal ik nerveus zijn als junior rijdt, maar dat zal elke vader zijn. Arie weet echter wat hij wil, heeft goed zijn 'mind' opgemaakt en ik ben ervan overtuigd dat hij het potentieel heeft om een goede Indy-coureur te worden."

Of l'histoire se répéter is afwachten, maar het is wel saillant dat Arie junior gesponsord wordt door het bedrijf van Aad Groenevelt die in de States een bloeiend vleesbedrijf Provimi Veal heeft opgebouwd. De oud-Rotterdammer, al lang genaturaliseerd, gaf Arie senior zo'n tot twintig jaar terug de kans om zich in de States te ontplooien. De dank en vriendschap zijn nooit verdampt, zoals nu blijkt uit de steun aan Arie's zoon en uit het feit dat Provimi Veal ook nog op de wagen staat waarmee senior morgen zal proberen zich vanaf de achtste startrij (24e plek) op te werken. Een heuse klus na het commando 'start your engines' voor de 33 coureurs waaronder de enige vrouw Sarah Fisher en 'rookie' George Mack, die na Willy T. Ribbs de tweede zwarte coureur is die aan de Indy 500 deelneemt.

Ondanks dat Luyendijk vanuit het achterveld moet beginnen (alleen in 1998 was zijn startpositie nog slechter: 28e), zegt hij niet gedesillusioneerd te zijn. Niettemin moest hij na de maand mei met zijn vrije trainingen, kwalificatie (Pole-Day) en herkansing (Bump-Day) evaluerend vaststellen: "Het was een beetje een rampenmaand. We hebben veel mechanische tegenslag gehad, nog afgezien van het onbestendige weer waar uiteraard iedereen last van had. Ik realiseer me wel dat we een te klein team zijn (Hubbard Treadway Racing) en niet de middelen hebben om tegen de grote teams op te boksen."

En toch is Luyendijk niet wanhopig. Hij baseert zijn gematigd optimisme op de zogenaamde Carburetion-Day van afgelopen donderdag toen de coureurs voor het laatste hun laagvliegers met snelheden van ver boven de 300 km/u mochten testen. Hoewel hij die test niet kon afmaken vanwege een versnellingsbakprobleem, was hij uiterst tevreden over zijn raceafstelling van het G Force-chassis met 3,5 atmosferische Chevy-motor (plus minus 650 pk).

"Door wat te spelen met een combinatie van veren op de voor- en achterkant van de wagen, kon ik ook spelen met het gaspedaal zonder dat de wagen slechte bijeffecten vertoonde. Dat geeft best een goed gevoel. De bocht vol in, even van het gas af en dan weer vol het gas erop, terwijl de auto neutraal blijft. Dat is belangrijk", aldus de Indycar-vedette, die uitlegt: "Omdat ik van achter start, zit ik straks vol in het verkeer en zal ik met een pak turbulentie (luchtstroom over de wagens) te maken krijgen. Dan moet je wagen geen onverwachte dingen doen. Ik ben dan ook zeker wat opgelucht. Met een goede strategie kunnen we nog ver komen. Belangrijk zal zijn om in de beginfase in dezelfde ronde als de kopgroep te blijven. Om naar voren te komen, moet je geduld hebben."

De ervaren Luyendijk weet immers als geen ander dat roekeloosheid op de genadeloze Speedway een zonde is die menigeen al met de dood moest bekopen. "En dat is het me, ondanks mijn grote liefde voor de Indy 500, niet waard."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 25 mei 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.