NIEUWEGEIN - Een huizenkoper moest in het eerste kwartaal van dit jaar voor een gemiddelde koopwoning 1,6 procent meer betalen dan in de laatste drie maanden van vorig jaar. Een gemiddelde koopwoning kostte €200.000.
De makelaarsvereniging NVM sprak gisteren tijdens de presentatie van de cijfers van een stabiliserende huizenmarkt. De prijs van een gemiddelde woning is in de drie maanden met 1,6 procent licht toegenomen, maar is duidelijk hoger dan de stijging van 0,9 procent in hetzelfde kwartaal vorig jaar.
Huizen werden meer betaalbaar doordat de prijzen voor woningen en de hypotheekrente maar licht zijn gestegen terwijl het inkomen van de consument toenam.
Ook voor het tweede kwartaal verwacht de makelaarsvereniging dat de stabilisering van de huizenmarkt doorzet. "Dat komt door een matige economische groei en het verminderde consumentenvertrouwen. Hierdoor zijn mensen minder geneigd huizen te kopen", aldus algemeen voorzitter Oscar Smit.
In Amsterdam en Zwolle namen de huizenprijzen af met 1,3 procent. De huizenprijzen in Zutphen, Rotterdam, Nijmegen, Den Bosch en Zuid-Limburg bleven toenemen waarbij woningen in Zutphen (5,6 procent), Nijmegen (3,8 procent) en Rotterdam (2,9 procent) de grootste prijsstijgingen lieten zien.
De consument kon in het eerste kwartaal kiezen uit gemiddeld zes woningen en nam meer de tijd om tot een keuze te komen. Terwijl de prijs van een gemiddelde woning met 1,6 procent toenam, moest voor duurdere woningen 0,6 procent meer betaald worden. De duurdere appartementen daalden zelfs licht in prijs.
Er werden 31.395 woningen via NVM-makelaars verkocht, dat is een daling van 7 procent ten opzichte van het vierde kwartaal. Deze woningen hebben gemiddeld 65 dagen te koop gestaan. Vooral appartementen en tussenwoningen gingen snel van de hand.