AMSTERDAM - Minister-president Kok vindt en verwacht dat prinses Máxima zich koningin mag noemen zodra prins Willem-Alexander de troon bestijgt. Ook mag Máxima zich wat Kok betreft nu al laten aanspreken met de titel prinses van Oranje.
Wel wijst de premier erop dat het zittende kabinet te zijner tijd een definitieve beslissing moet nemen over de aanspreektitel koningin.
"Het ligt naar de huidige inzichten zonder meer in de rede dat de vrouw van de Prins van Oranje zich na de troonswisseling koningin gaat noemen'', aldus Kok.
Wel wijst de premier erop dat zowel de titel koningin als die van Prinses van Oranje in dit geval aanspreektitels zijn. "Het gaat hier niet om functionele titels die zijn voorbehouden aan de opvolger van het staatshoofd'', aldus Kok, doelend op prins Willem-Alexander, die al Prins van Oranje is.
Kok weigert nu een definitieve beslissing te nemen over de titel koningin voor Máxima: "Ik wil mijn voetsporen achterlaten, maar mijn opvolgers moeten daaraan invulling geven.''
De Tweede Kamer is zeer blij met deze uitspraken. "Voor het eerst in de geschiedenis sprak de premier over koningin Máxima'', aldus ChristenUnie-Kamerlid Van Middelkoop. Tot nu toe wilde Kok zich niet uitspreken over de vraag of Máxima zich straks ook koningin mag noemen, omdat dat volgens hem een zaak van zijn opvolgers is.
Het kabinet is overigens fel tegen het CDA-voorstel om in de wet vast te leggen dat Máxima zich prinses van Oranje en straks koningin mag noemen. Volgens Kok gaat het hier om maatschappelijk gebruik van de titels. "Voor een aanspreektitel is geen wetgeving nodig'', aldus Kok, die daarin werd gesteund door de andere fracties.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer gaat overigens akkoord met het kabinetsvoorstel om het aantal leden van het Koninklijk Huis terug te dringen. Zodra Willem-Alexander koning wordt, blijven alleen degenen tot in de tweede graad lid. De zonen van prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven zullen dan geen lid meer zijn.