De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 6 april 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  Van hoer tot publieke vrouw
   
 

AMSTERDAM - Ze is tegen abortus en euthanasie, vindt dat de legalisering van de prostitutie moet worden teruggedraaid en dat de verstrekking door de gemeentes van gratis heroïne aan notoire verslaafden meteen stopgezet dient te worden. Ze is voor rehabilitatie en resocialisatie van drugsgebruikers.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 14kb)
Twaalf jaar lang leefde Yvette Lont op en van de straat. "God heeft mij niet in de steek gelaten. Als Hij zoveel van mij houdt, dan wil ik ook bij Hem zijn."
Geen bizarre standpunten voor een lid van de ChristenUnie, de partij waarvoor Yvette Lont-Eersel in de deelraad Amsterdam Zuid-Oost zit. Dat de van oorsprong Surinaamse in een 'vorig leven' echter zelf haar dagelijkse portie heroïne en cocaïne bij elkaar scharrelde door eerst in clubs te werken en later te tippelen, zet de zaken in een ander licht.

"Mijn man staat volledig achter mij", zegt Yvette Lont. "Dat ik vroeger verslaafd was en werkte als prostituee weet hij natuurlijk. Net als de meeste mensen in de kerk. Maar dat de buurman dat nu ook weet, en de groenteboer en de ouders van de kinderen op de school waar onze kinderen ook les krijgen, daar moesten wij beiden aan wennen. Toch vinden wij het belangrijk dat verhaal te vertellen. Al is het maar om andere verslaafden te laten zien dat er een uitweg is, dat je niet per se op een dood spoor hoeft te zitten als je leeft van shot naar shot."

46 is Yvette Lont, een keurige beschaafde mevrouw in een roze mantelpak, actief lid van de ChristenUnie in Amsterdam en in het vierde jaar van haar studie als pastoraal psychotherapeut. Ze lacht vaak, heeft het alleen even moeilijk met haar verhaal als ze vertelt over dat ene telefoontje aan haar moeder, zeventien jaar geleden om vier uur 's nachts dat het begin bleek van een nieuw leven. Wat eraan die bewuste nacht vooraf ging, vertelt ze eerlijk, zonder zelfmedelijden. Het is het verhaal van zovelen in de hoofdstad, een verhaal dat draait om van-kwaad-tot-erger.

"Het begon met het roken van stickies in het buurthuis", vertelt ze. "Het was begin jaren '70 en blowen was in. Als je niet meedeed, hoorde je er niet bij. Ik maakte deel uit van een groep vrienden die experimenteerden, kan er niemand de schuld van geven. Ik werd niet overgehaald of gedwongen, ik deed het zelf. Toen ik een jaar of zeventien was, ging ik werken als jazzdanseres in theaters en nachtclubs. Dat was zwaar. Je hele systeem draait om als je 's avonds en 's nachts werkt. Dus ging ik peppillen gebruiken om wakker te blijven. Maar het liep echt mis toen er een jongen bij mijn ouders kwam logeren die het heel moeilijk had met zichzelf. Hij had zijn verloofde verloren tijdens een auto-ongeluk en ik had medelijden. Ik verzorgde hem en er groeide een band tussen ons. Nadat hij was opgeknapt, ging ik met hem mee. Eigenlijk kwam ik er toen pas achter dat hij zwaar verslaafd was aan de heroïne. Echt druk maakte ik me er niet om. Ik was zo naïef, ik dacht ik help hem wel even afkicken. Binnen twee weken rookte ik zelf ook heroïne. Kom bij mij niet aan met verhalen dat het legaal gebruik van softdrugs kinderen bij de hard drugs weghoudt. Ik ben zelf het sprekende voorbeeld van het tegenovergestelde."

"Iedereen die bij ons over de vloer kwam, gebruikte", vervolgt ze, "heroïne, cocaïne, uppers, downers. En er kwamen natuurlijk ook de nodige dealers langs. Binnen de kortste keren kende ik geen andere mensen meer dan verslaafden. Ik raakte betrokken bij een ongeluk en belandde in het ziekenhuis. Dat was de eerste keer dat ik me realiseerde dat ik moest stoppen. Mijn vriend kwam me opzoeken en bracht in plaats van een bloemetje een bolletje bruin mee. Ik heb hem eruit laten zetten."

"Ik was echt van plan met een nieuw leven te beginnen nadat ik uit het ziekenhuis was ontslagen en ging op mezelf wonen. Maar ik was zo verschrikkelijk verslaafd. Er kwam een 'bevriende' dealer langs die me gratis drugs gaf. Na een paar weken zei hij: 'ik heb je opgevangen en gratis heroïne gegeven. Nu wordt het tijd dat je wat terug gaat doen. Ik wil dat je naar club X gaat en je komt niet terug voor je geld hebt verdiend. Zo kwam ik in de prostitutie terecht."

"Het was een afschuwelijke periode, maar als ik thuis kwam na het werk, kon ik geld overhandigen en kreeg ik drugs. Dat was alles waar mijn leven om draaide. Ik mocht zelf geen geld houden. Wat dat betreft is er niks veranderd in de bordelen. Indertijd werkten er meisjes die daartoe gedwongen werden door dealers, tegenwoordig zijn het jonge vrouwen uit het buitenland die niet weg kunnen omdat ze illegaal en zonder papieren ons land zijn in gesmokkeld. Het bordeelverbod opheffen verbetert hun situatie niet, maakt het zelfs alleen maar erger. Ze kunnen niet eens meer hopen op een politie-inval die hen uit die hel bevrijdt."

"En een hel was het. Daardoor ging ik steeds meer drugs gebruiken. Heroïne verdooft de pijn en het verdriet. Als je eenmaal in zo'n spiraal terechtgekomen bent, is er bijna geen terugweg meer. Zonder drugs realiseer je je te veel hoe pijnlijk het leven is dat je leidt, dus probeer je zoveel mogelijk onder invloed van de dope te blijven. Alleen als je verdoofd bent, is het leven draaglijk. Ik had in die tijd maar twee gedachten: als ik nuchter was, dacht ik 'ik wil dope' en als ik dope had dacht ik 'zo is het goed'. Je maakt geen planning voor de lange termijn, leeft van dag tot dag."

"Toen mijn dealer me ging mishandelen, kreeg ik even een helder moment. Ik dacht 'ik ga bij hem weg, ik zorg wel voor mezelf'. Afkicken kwam op dat moment niet bij me op. Ik had ook geen idee waar ik heen gekund zou hebben. En dus huurde ik eigen woonruimte en ging ik de straat op. Dat ik dat heb overleefd, mag een wonder heten. Tippelen is levensgevaarlijk. Afijn, en toen werd ik zwanger. Mijn zoon werd verslaafd geboren. Dat deed pijn. Ik zag dat perfecte wezentje met zijn tien teentjes en vingertjes en realiseerde me dat hij het niet aan mij te danken had dat hij er zo gaaf uit zag. Wat hij wel aan mij te danken had, was de slechte start die hij maakte in het leven; de cocaïne en heroïne in zijn bloed, die kreeg hij van mij.

Ik mocht met mijn kind bij mijn moeder wonen, mits ik clean zou blijven. 'Eén misstap', zei ze, 'en ik pak je kind af'. Het ging een aantal maanden goed. Toen kwam ik bij de sociale dienst een junk tegen die ik kende. Hij gaf me drugs en ik verdween met hem. Drie dagen ben ik weggebleven. Mijn kind was ik vergeten. Uiteindelijk stond ik midden in de nacht in mijn eentje midden in de Bijlmer. Mijn geld was op, mijn vrienden weg. Ik durfde niet terug naar mijn moeder, realiseerde me dat ik het liefste dat ik had, had verspeeld. Ik keek naar boven, naar de lucht. Het was een heldere nacht met veel sterren. 'God', zei ik, 'als u bestaat, help me dan. Er is niemand anders meer die me kan helpen.' En plotseling was het net alsof ik alles helder zag. 'Ik kan stoppen', wist ik, 'ik kàn het'. Ik heb mijn moeder gebeld en haar om vergeving gevraagd. Het was vier uur 's nachts. 'Kom maar naar huis', zei ze. De volgende dag heeft ze me naar de detox-afdeling van de Jellinek gebracht."

Er volgde een zwaar jaar van afkicken en opnieuw beginnen. "Maar uiteindelijk kon ik met mijn kindje in een eigen huisje gaan wonen. De eerste twee weken kwamen er allerlei verschillende mensen langs. De een met dekens, de ander met een wasmachine. Die mensen kenden elkaar niet, ze kwamen onafhankelijk van elkaar. Toen realiseerde ik me dat God me echt hielp, dat hij me niet in de steek liet. 'Als God zoveel van mij houdt, dan wil ik ook bij Hem zijn', bedacht ik en ik ben op zoek gegaan naar een Huis van God. Ik werd bij veel kerken weggestuurd. Telkens als het verhaal van Jezus werd verteld, moest ik vreselijk huilen en dan zaten al die keurige mevrouwen met hun hoedjes en nette kleertjes me aan te kijken of ik gek was. Uiteindelijk kwam ik bij een geloofsgemeenschap waar meer ex-verslaafden waren. Daar werd ik met open armen ontvangen en na een periode van herstel ben ik bij de opvang van drugsverslaafden gaan werken. Daar zat ik goed op mijn plaats, aan mij kun je geen smoesjes kwijt. Ik doorzie ze allemaal, want ik heb ze zelf ooit verteld."

"Ik weet waar ik het over heb als ik het beleid van de gratis verstrekking van hard drugs in de grote steden veroordeel. Het hele verhaal dat het de criminaliteit zou tegengaan, is onzin. De meeste heroïneverslaafden zijn ook cocaïneverslaafd. Cocaïne is veel duurder en niet gratis, dus tippelen en overvallen plegen zul je toch moeten blijven doen. Het enige waartoe het huidige drugsbeleid wel leidt, is dat je mensen afschrijft. Het kost handen vol geld dat je ook zou kunnen gebruiken om meer en betere afkickmethodes te realiseren waarmee je drugsverslaafden een nieuwe kans biedt. Van de tien verslaafden die ik hier in de Bijlmer spreek, zijn er zes die nergens meer over nadenken, maar die andere vier zijn doodongelukkig met het leven dat ze leiden. Hebben die vier geen recht meer op een nieuwe kans? Moeten we die gewoon op een eilandje zetten en zeggen 'hier heb je je dope en verder mond houden'?

Ik heb me twee jaar geleden bij de ChristenUnie aangemeld, omdat ik vind dat er veel foute beslissingen zijn genomen tijdens acht jaar Paars. Dat de echtscheidingsprocedures versneld zijn bijvoorbeeld. Een huwelijk dat strandt, laat enorm veel littekens na. Daar moet je niet te lichtvaardig mee omgaan, daarover mag best nog een keer goed nagedacht worden. En ook de abortuswet moet wat mij betreft worden herzien. Als de wetten die nu van kracht zijn, zeventien jaar geleden rechtsgeldig waren geweest, had ik nu geen zoon van 17 gehad, een rustige en stabiele jongen die alleen nog last heeft van zijn moeder die overbezorgd is als hij na een feestje naar sigarettenrook ruikt. Ik zou niet actief zijn geweest in een politieke partij en ik zou zeker geen prettig leven hebben geleid met man en kinderen. In plaats daarvan was ik nog steeds een junk geweest die op en van de straat leefde. Of was ik er helemaal niet meer."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 6 april 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.