AMSTERDAM - Onder vele tienduizenden Nederlanders is een ware euro-verzamelkoorts uitgebroken. Vooral jongeren maken er een sport van om de muntseries van alle eurolanden compleet te krijgen.
Portemonnees worden minutieus doorzocht op vreemde euromuntjes, terwijl ook kassa's van bijvoorbeeld voetbalkantines worden omgekeerd.
Ook de Nederlandse munthandelaren constateren een fors stijgende vraag naar buitenlandse euromunten. Omdat sommige landen nogal geïsoleerd liggen van de rest van Europa, is het bijna onmogelijk om het geld van deze landen in het normale betalingsverkeer aan te treffen.
"Bijvoorbeeld van Ierland, Finland en Portugal vind je vrijwel geen euromunten in je portemonnee. Als mensen dan toch hun verzameling compleet willen hebben, komen ze bij ons terecht", aldus eigenaar Hans Jansen van de internetmunthandel HansMunt.
De gezamenlijke munthandel schat dat er sinds de komst van de euro enkele honderdduizenden muntverzamelaars zijn bijgekomen. "Vooral jongeren willen de munten van alle twaalf eurolanden hebben, op scholen wordt driftig geruild. Maar ook onder volwassenen heeft de eurokoorts toegeslagen", weet Jansen.
Met name oudere verzamelaars kopen bij de handelaren. Veel mensen zijn tuk op geldsetjes uit de Europese dwergstaatjes zoals het Vaticaan, Monaco en San Marino. Voor een euroset van het Vaticaan met een nominale waarde van slechts 3,88 euro wordt nu al 395 euro gevraagd, voor eenzelfde soort setje uit San Marino moet de liefhebber 235 euro neertellen. Het nieuwe betaalmiddel heeft wel 'slachtoffers' onder de muntverzamelaars van vijftig jaar en ouder gemaakt. Die zijn niet meer begonnen met euro's, maar verdergegaan met het completeren van hun guldenverzameling. "Voor veel van hen is het met de afschaffing van de gulden mooi geweest."
Overigens is de speciale eurokit die iedere Nederlander eind vorig jaar kreeg ter kennismaking met de nieuwe munt, ook al in waarde gestegen. Een intact gebleven kartonnen verpakking levert al snel 25 euro op. De meeste vraag komt uit het buitenland. Ook bestaat daar steeds grotere belangstelling voor de zogeheten starter-kits, die iedere Nederlander voor een bedrag van 25 gulden kon kopen.