DEN HAAG - Niet-westerse allochtone kinderen hebben dertig procent meer kans om voor het eerste levensjaar te overlijden in vergelijking met autochtone kinderen.
Per jaar overlijden in Nederland gemiddeld vijf op de duizend kinderen voor hun eerste verjaardag. Dit komt neer op ongeveer 1000 kinderen per jaar.
Onder niet-westerse allochtonen ligt dat op 6,4 op de duizend kinderen. Door dit verschil overlijden jaarlijks veertig zuigelingen meer in deze categorie. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Zuigelingensterfte is voor een groot deel te wijten aan aangeboren afwijkingen. Het verschil tussen allochtone en autochtone kinderen is voor een deel te wijten aan het lagere welvaartsniveau.
Het CBS berekende verder dat het overlijdensrisico van kinderen met moeders tussen 20 en 40 jaar vijf op duizend is. Bij tienermoeders is dat risico zestig procent hoger, namelijk acht op duizend.