De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 16 maart 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
Alle uitslagen 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B U I T E N L A N D 
 
  Water schaars
goed in
Afghanistan

   
 

door Hans Kuitert KHAK-E-JABAR - Met kromme modderbenen dribbelt Haji Mohammed over de krukdroge heuveltjes. Op zijn schouder rust een roestige schop. Dan begint hij, in het lukraak lijkt het, in de grond te scheppen, af en toe bukt hij om grote brokken steen op te rapen. Dan komt er ineens een grote platte steen tevoorschijn. Als hij die wegschuift, wordt een diep gapend gat zichtbaar. Er gulpt een sissend geluid naar boven, als hij er een handjevol zand inwerpt. "Water", grijnst hij tevreden.

Water. Na drie jaar droogte het meest schaarse goed van Afghanistan. In dit ruige land stroomt het water diep in de ondergrond en mensen als Haji Mohammed weten bij instinct waar de ondergrondse stroompjes lopen. Het zijn eigenlijk met mensenhand gemaakte tunnels die dit grondwater bereikbaar maken, met om de twintig meter een schacht die naar de oppervlakte voert.

Dit zijn de eeuwenoude kareezes, in veel gebieden de enige waterreservoirs. Nu, na twintig jaar oorlog en de jarenlange droogte, zijn ze bijna leeg, dichtgeslibd met modder, ingezakt en verwaarloosd. Zonder kareezes geen drinkwater en, al even belangrijk, geen irrigatie van de velden, geen landbouw, geen eten.

De Nederlandse hulporganisatie ZOA heeft heel goed begrepen dat water de basisbehoefte is van Afghanistan. In de vallei van Khak-e-Jabar, ten zuiden van Kaboel, heeft ZOA een zogenaamd 'voedsel voor werk'-programma opgezet. De boeren krijgen graan in ruil voor zelfwerkzaamheid aan hun eigen gemeenschap.

Dorpelingen in Aynak Taghar, een van de gehuchten in de vallei, komen aanlopen met een groot, dubbel houten wiel waar een dik touw omheen is gewikkeld. Het wordt op twee houten palen gezet, die eruit zien als uit de kluiten gewassen wichelroeden. Zo wordt er een katrol gemaakt van simpele middelen, waarmee een man aan het touw ongeveer zeven meter naar beneden wordt 'gedraaid'. Na enige tijd zwengelt er een leren zak vol modder naar boven. De kareeze wordt schoongemaakt en straks verstevigd om verder inzakken te verhinderen.

Tevreden

Haji Mohammed, de dorpsoudste met zijn 65 jaar, is een tevreden mens. "Tot we deze hulp kregen konden we hier eigenlijk niet leven. We zijn gelukkig nu. Er begint weer water te komen voor onze velden." De methode die ZOA hanteert is tijdrovend. Het is de gemeenschapsaanpak, er moet veel worden gepraat over de altijd met graan betaalde projecten, die de boeren zelf uitvoeren.

Toch is dit de enige weg om Afghanistan er weer bovenop te helpen. Het zijn de Afghanen zelf die hun boerengehuchten weer nieuw leven inblazen. Grootschalige hulp, voor een belangrijk deel aan hen opgelegd, is catastrofaal voor deze kleine gemeenschappen, die de geldstroom toch niet kunnen absorberen en daarbij voorzieningen krijgen die ze niet willen hebben.

In zijn huis, op de grond zittend op kussens, neemt Haji Mohammed een hap van een bolani, een soort brood gevuld met uien. Hij smakt even. "Nu we hulp krijgen, kunnen we ons goed redden. Alles wat we willen is zonder oorlog, in veiligheid te leven. Dit jaar hoop ik weer graan, groenten en aardappels te verbouwen. Misschien kan ik nieuwe amandelbomen planten. Ik ben een gelukkig mens", zegt hijDe lage gebouwen van Khak-e-Jabar, waar iedere boer met zijn uitgebreide familie woont in een compound achter hoge muren, gaan met hun bruingrijze kleur natuurlijk over in het verdorde landschap. De vrouwen van de zesendertig mensen omvattende familie beloeren de gasten nieuwsgierig, giechelend vanonder hun sluiers.

Dan wordt de overweldigende stilte ruw verstoord door twee Amerikaanse helikopters die luid denderend overvliegen. De grootscheepse internationale hulpkaravaan, die nog slechts in het papieren stadium is in Kaboel, is de vallei nog niet binnengetrokken. In Khak-e-Jabar zit ook niemand er op te wachten.

Haji Mohammed put uit zijn herinnering. Voor de oorlogsrampspoed hen trof in 1979 was Khak-e-Jabar een prachtige groene vallei met terrasvormige akkers, met tijm en andere kruiden begroeide heuvels, fruitbomen en volop water. "Zo moet het weer worden. Met de hulp van ZOA begint het er al op te lijken. Als de droogte dit jaar uitblijft en we water hebben in onze schone kareezes, komt die droom uit. Meer willen we niet. We willen alleen ons eigen Afghanistan terug."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 16 maart 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.