en FRANKFURT/BRUSSEL - Volgens president van de Europese Centrale Bank Wim Duisenberg is de economie van de twaalf eurolanden aan het herstellen, daalt de inflatie en is er voldoende geld beschikbaar. Dat betekent dat de ECB voorlopig niet denkt aan verdere renteverlagingen want het huidige rentepeil is geen belemmering voor de groei.
"Er komen steeds meer signalen vanuit heel Europa dat we het dal zijn gepasseerd, het proces van economisch herstel is begonnen", aldus Duisenberg in een zaterdag verschenen interview in de Belgische zakenkrant De Financieel Economische Tijd.
Alhoewel de groei over heel dit jaar op 1 tot 1,5% zal uitkomen denkt Duisenberg dat aan het eind van dit jaar weer een gemiddelde van 2 à 2,5% bereikt kan worden. De inflatie zal de komende maanden weer onder het gewenste niveau van 2% duiken en volgens Duisenberg daar ook blijven.
Volgens sommige analisten is het herstel zo broos dat een verdere renteverlaging nog nodig is, maar volgens Duisenberg is Europa niet in zo'n diepe recessie terechtgekomen als de VS en is daarom ook minder nodig om er weer uit te komen. Hij denkt dan ook dat de euro nog steeds is ondergewaardeerd, maar hij durft niet meer te zeggen wanneer de wisselkoers omhoog gaat.
De ECB-voorman weerspreekt kritiek uit sommige EU-landen dat hij de rente niet verder heeft verlaagd. "Geen enkel land van het eurogebied had de laatste dertig of veertig jaar een rente die even laag was als de huidige rente in de eurozone. Ik ontken dus met klem dat de ECB een strikt of strak monetair beleid voert."
In januari liep de inflatie nog op, van 2,1% in december tot 2,5%, maar dat was grotendeels te wijten aan de introductie van de euro. Hoewel van officiële zijde steeds wordt ontkend dat de introductie van de Europese munt de prijzen merkbaar heeft opgedreven, heeft de consument behoorlijk wat prijsafrondingen naar boven moeten slikken. Het Europese bureau voor de statistiek zegt dat de stijging het gevolg is van seizoensinvloeden, zoals het duurder worden van groenten, en van reguliere prijsverhogingen die altijd op 1 januari ingaan.
Overigens komt aanstaande donderdag, om middernacht, definitief een einde aan de nationale valuta van de resterende negen eurolanden die nu nog twee munten naast elkaar hanteren. De hele eurozone schakelt dan officieel over op de Europese eenheidsmunt.
De overgang, de grootste op geldgebied in de geschiedenis, is soepel verlopen. Chaos is uitgebleven en afgezien van hier en daar een roofoverval, heeft de invoering van de euro niet geleid tot meer criminaliteit. Nederland was de eerste op 27 januari, terwijl Ierland op 9 februari en Frankrijk op 17 februari hun nationale valuta ten grave droegen. Na 28 februari is voor de 304 miljoen inwoners van de eurolanden de euro nog het enige betaalmiddel. Twee maanden na de invoering van de euro worden de tegenstanders van de eenheidsmunt steeds minder. In Groot-Brittannië, Zweden en Denemarken, stijgt het aantal mensen die zich alsnog bij de euro willen aansluiten. In Zweden is inmiddels de meerderheid (58%) vóór terwijl 37% zich nog verzet.