De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
do 21 februari 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
De Olympische Winterspelen van Salt Lake City 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Het huwelijk van de prins en Máxima 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  "Na Adiós Nonino was
ik doodongelukkig"

   
 

AMSTERDAM - Tangofenomeen Carel Kraayenhof was doodongelukkig nadat hij in de Nieuwe Kerk de inmiddels befaamde tango Adiós Nonino voor Máxima had gespeeld. Terwijl hij met zijn spel Máxima en volgens een onderzoek ruim twee miljoen Nederlanders tot tranen toe had geroerd, kon hij zichzelf na afloop wel voor z'n kop slaan. Hij was niet alleen inverdrietig, maar ook boos op zichzelf omdat hij dacht dat hij het mooiste moment van zijn leven had verknoeid!

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x341, 23kb)
(Foto: Anko Stoffels)
Carel vond die eenzame momenten na zijn spel alleen troost bij zijn bandoneon, die voor hem veel meer is dan zomaar een mooi instrument. "Een bandoneon is voor een tanguero een mens, een echte vriend in lief en leed. Mijn bandoneon heeft net als bij elke bandoneonspeler een naam: Alfredo Arnold heet hij. Ik was helemaal in de put na mijn optreden voor Máxima in de kerk. Ik vond namelijk dat ik slecht had gespeeld. Door alle tv-techniek kon ik het orkest en het koor niet goed horen. Ik speelde natuurlijk door, maar na afloop zat ik met gebogen hoofd, als een echte tangospeler, zwaarmoedig in een hoekje van de kerk vlak bij het Concertgebouworkest. De musici staken echter allemaal hun duim onhoog naar mij. Ik dacht 'wat aardig, ze proberen me nu natuurlijk te troosten'. Maar ik was ook volledig in mezelf gekeerd, ik vond alleen steun bij Alfredo Arnold."

Kritisch

"Waarom ging het mis met ons, dacht ik. Het is niet jouw schuld, zei ik tegen Alfredo, maar de mijne. Ja, tangospelers praten ook tegen hun bandoneon, schrijven zelfs gedichten en teksten voor ze! Maar", zegt Carel met een glimlach, "later bleek dat ik het toch wel goed had gedaan. Mijn vrouw Thirza vond het prachtig en toen we na de dienst ergens in Amsterdam een broodje aten, belde mijn vader me op. Die is altijd heel nuchter en kritisch. 'Carel' zei hij, 'je hebt maar een noot niet goed gespeeld'. en op dat moment", aldus Carel, "wist ik dat ik tevreden mocht zijn. Dat maakte ook meteen een einde aan die sombere gemoedstoestand waarin ik na mijn optreden verkeerde."

"Toch hadden mijn vrouw en ik er op dat moment nog geen idee van wat het effect was geweest van ADIÓS NONINO. 's Avonds speelden we op een groot feest in Den Haag en pas laat in de nacht zagen we thuis in Noordbeemster de beelden van de Nieuwe Kerk. Mijn vrouw had er niet van opgekeken dat Máxima begon te huilen tijdens Adiós Nonino. Bij de plaatopnamen voor de cd van het huwelijk (nu nummer één op de hitparade, red) had Thirza al gezegd 'dit wordt zeker een hit. Daar kan niemand ongevoelig voor blijven'."

CAREL: "Het was ook symbolisch dat Máxima juist deze tango had uitgekozen. Het is een tango vol heimwee naar het eigen land, vol weemoed. De tango is ook vooral heel populair bij Argentijnen die geemigreerd zijn en dat is met Máxima nu toch ook het geval. Het is de band met hun land. In de muziek klinkt de ziel van het volk, het lijden ook. De muziek gaat dwars door je hart. Ergens geloof ik ook dat Máxima heeft aangevoeld dat wij op het oog toch nuchtere Nederlanders nu rijp zijn voor de tango, voor het uiten van onze gevoelens. Ze zei dat ook toen ze bij ons thuis was. 'Nederlanders zijn niet zo kil als de mensen denken, ze zijn warm en emotioneel'."

"En ze heeft gelijk gehad", aldus Carel. "Adiós Nonino heeft de harten in Nederland geopend voor de tango. Zestien jaar knok ik al voor de tango om door te breken in Nederland. Dankzij Máxima is dat nu gelukt en hebben wij een breed publiek veroverd, merk ik. Het is dan ook typisch Nederlands dat wetenschappers dat gevoel, die tranen nu weer willen verklaren. Na het onderzoek dat bewees dat twee miljoen landgenoten net als Máxima huilden bij deze muziek, wil men daar meer van weten. Dat is echt Nederlands, eerst voelen en dan willen begrijpen hoe kan dat? Maar ik zeur niet. Het bewijst wel dat wij iets teweeg hebben gebracht."

"De cd vliegt de winkels uit en op alle radiozenders hoor je de hele dag ADIÓS NONINO. En morgenavond treed ik voor het eerst van mijn leven met het avondvullende programma TANGO MÁXIMA op in het Amsterdamse Concertgebouw. Nu de concerten van morgenavond en 4 maart zijn uitverkocht, hebben we wegens dit succes nog een extra concert in het Concertgebouw gepland op maandagavond 18 maart."

Muziektempel

"Wie had dat ooit gedacht? Het Concertgebouw is toch een van de grote muziektempels van Europa. En daar zal nu de tango groots zijn intrede doen. Want bij onze concerten hebben wij uit binnen- en buitenland tangogasten en -dansers uitgenodigd. Samen maken wij er hoop ik een heel bijzondere avond van. Alfredo Arnold, de bandoneon, verheugt zich er ook op", lacht Carel, "want nu kan hij schitteren in dit gebouw terwijl ik er vroeger bijna voor de deur op straat (bij het Rijksmuseum en in het Vondelpark) op speelde om als student iets bij te verdienen."

"Ik vergelijk mijn optreden morgenavond met de keer dat de grote tangovirtuoos op piano, PUGLIESE, op zijn 85e eindelijk mocht optreden in het theater El Colon in Buenos Aires, dat je qua status kan vergelijken met het Concertgebouw. Zijn hele leven bleef dit theater aanvankelijk voor hem gesloten. De tango was immers muziek van en voor het volk. Het was het klachtenboek van de achterbuurt. Puglieses moeder droomde er echter van dat haar zoon eenmaal in het theater El Colon zou mogen optreden. Tegen het einde van zijn leven is haar droom uitgekomen en trad Pugliese daar op. En daar zie ik nu ergens een overeenkomst in met mezelf."

"Spelen in het Concertgebouw, musiceren in die beroemde Grote Zaal, was tot nu toe onbereikbaar voor ons. Maar dankzij Máxima gaat dit morgenavond toch gebeuren. We hebben ons Sexteto daarvoor versterkt met gastmusici en een paar van de meest beroemde tangodansparen van Buenos Aires. Uit heel Europa komen tangomusici en -dansers naar Amsterdam om met mij dit feest van de tango te vieren. Ze vliegen daar speciaal voor over. Het beloven dan ook triomfconcerten van de tango te worden."

Tranen

Dat is allemaal in allerijl georganiseerd en mogelijk gemaakt door de inzet van CARELS vrouw THIRZA, die ook zijn manager is, en door ED MANSFELD en BRAM KEIZER. Het beloven happenings te worden. En natuurlijk zullen er ook tranen vloeien. Toen ik een dezer dagen met Carel en zijn vrouw in het gezelschap van zijn Argentijnse 'ontdekker' GERARDO, die al enige jaren in Amsterdam woont, uit eten was, had Carel 'Alfredo Arnold' (zijn bandoneon) meegenomen. En na het diner speelde hij voor mij ADIÓS NONINO. Bij de eerste klanken kwamen de koks uit de keuken, gasten stonden op van hun tafel en omringden ons en of je het wilde of niet je schoot vol bij deze melodie die PIAZZOLLA voor zijn gestorven vader heeft geschreven.

Gerardo, wiens vrouw nog in Argentinië is - ze wacht op een paspoort - vroeg aan Carel de melodie nog een keer te spelen. Tijdens het spel hield Gerardo zijn mobiele telefoon vlak voor de bandoneon zodat zijn vrouw daar in Buenos Aires mee kon luisteren. Na afloop van deze reprise zei Gerardo 'ze moest huilen'.De volgende dagen stond de telefoon bij Carel thuis niet stil door de talrijke gesprekken uit Argentinië, van onder meer de zoon en dochter van Piazzolla.

"Wat heel bijzonder is", zegt Carel, "is dat Alfredo Arnold nu in de kerk is teruggekeerd. Want daar komt hij eigenlijk vandaan. Hij is 'geboren' in Duitsland waar het een draagbare versie is geworden van het harmonicum. Uit de kerk is de bandoneon toen meegenomen door Duitse emigranten naar Buenos Aires. Daar speelden zij erop in de havenwijken bij de hoeren en langzaam werd het instrument de vertolker van de muziek van het lijdende hart van het volk."

Carel vertelt verder: "Horace Ferrer, een grote tangodichter, schreef: 'de tango is de eerste glimlach op je gezicht bij het bereiken van de andere oever, als je een zee van tranen hebt doorwaadt'. En daar bestaat ook de tekst van Enrique Santos Discépolo: 'De tango is een triest gedicht waarop je kunt dansen'."

Hij heeft die teksten vaak zelf vertaald en leest me een andere tekst voor van Homero Manzi: 'Het mysterie van je klank, bandoneon, is dat hij zich ontfermt over het verdriet van iedereen. Diep ademend in zijn slaap bereikt hij het hart van iedereen die lijdt'. Een tekst die ook Máxima's gevoelens die dag waarop zij haar ouders heeft gemist, beschrijft.

Drie uur is Máxima bij Carel en Thirza thuis geweest. "Ze had veel verstand van de tango. Ze was achter mijn naam gekomen via een Spanjaard, de dirigent van de huwelijksdienst. Ze had laten vragen of hij in Nederland een bandoneonist kende. Hij verwees haar door naar mij. Dat heeft alles in werking gezet. En daardoor", zegt Carel, "is de bandoneon uit de kerk via de hoerenwijken van Buenos Aires nu weer teruggekeerd in de kerk, de Nieuwe Kerk, waar hij eigenlijk vandaan kwam."

De cirkel is rond wat dat betreft en het is wel opmerkelijk dat Piazzolla zelf vlak voor zijn dood het plan had de tangomuziek te gaan spelen in kerken, waar de bandoneon, zijn instrument, eigenlijk is ontstaan."

En ook dankzij Máxima en door de regie van RUDOLF SPOOR is iedereen door de ziel van de tango of liever het hart van Alfredo Arnold geraakt. Die avond dat we samen dineerden, Carel, Thirza en Gerardo de Argentijn die in Nederland een nieuw vaderland vond, blijkt ook dat toeval een grote rol speelde bij Carels huidige carrière of liever gezegd passie voor de bandoneon.

Gerardo:"Op een dag nu ruim zestien jaar geleden, zag ik hoe daar in het Vondelpark een jongeman harmonica stond te spelen. Hij deed dat met zoveel enthousiasme en speelde zo goed dat ik hem aansprak en vroeg 'waarom speel jij geen bandoneon?'" Dat was Gerardo's eerste kennismaking met de toen studerende Kraayenhof, die om wat bij te verdienen in het Vondelpark speelde.

Droom

Kraayenhof antwoordde: "Het is wel bijzonder dat u dit zegt. Ik wil al zo lang bandoneon spelen. Dat is een droom van me, maar hoe kom ik aan zo'n instrument?" "Daar kan ik voor zorgen", antwoordde Gerardo hem. Kraayenhof herinnert zich: "Ik heb hem toen meteen uitgenodigd mee te lopen naar mijn huis. Ik wilde deze Argentijn laten luisteren naar mijn collectie tangoplaten die ik toen al had."

"Het werd een mooie tangoavond", herinnert Gerardo zich. "En tevens het begin van onze vriendschap en Carels leven als bandoneonist." En heffen zij samen zo kort na de triomf van de tango in de Nieuwe Kerk een glas wijn en speelt CAREL opnieuw op Alfredo Arnold. Het werd een mooie tangoavond met weemoed en mooie verhalen over de beroemde Pugliese, die als vakbondsman regelmatig werd gearresteerd door het toenmalige bewind. Zijn musici bleven echter optreden en men legde als symbool van zijn gemis een rode anjer op zijn piano.

Die rode anjer werd een begrip in Argentinië. Carel Kraayenhof werd er door geïnspireerd en componeerde de tango CLAVEL ROJO (Rode Anjer) die hij tijdens de Tango Máxima Concerten zal vertolken.

Wat trots zouden Piazzolla en Pugliese en al die andere tangueros zijn nu de tangomuziek drie avonden lang het Concertgebouw zal veroveren. Het is niet alleen de triomf van de tango maar ook een hommage aan Piazzolla en Pugliese.




 

zoek naar gerelateerde artikelen


do 21 februari 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.