DEN HAAG - Een aantal moslimscholen wordt geleid door "radicaal-islamitische' bestuursleden die "doelbewust'' het opgaan van moslims in de Nederlandse samenleving blokkeren.

Deze bestuursleden bemoeien zich nadrukkelijk met het onderwijs en handhaven de traditionele islamitische regels op een "rigide wijze'' waardoor voor onderwijzers en leerlingen een beklemmende, intimiderende sfeer is ontstaan. Ook zijn er verschillende taal- en godsdienstleraren met radicaal-islamitische opvattingen die felle tegenstanders zijn van integratie van moslims in ons land.

Dat staat in een gisteren verschenen rapport van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Volgens de BVD nemen de genoemde schoolbestuurders een zeer machtige positie in en hebben zij op de scholen geestverwanten aangesteld als conciërge, chauffeur of schoonmaker. Enkele van deze schoolbestuurders hebben geld van buitenlandse radicaal-islamitische organisaties dat was bestemd voor de school in eigen zak gestoken.

De BVD waarschuwt dat ruim eenvijfde van de moslimscholen financiële steun heeft ontvangen van de zeer orthodoxe politiek-islamitische stichting Al Waqf al-Islami uit Saoedi-Arabië. Deze scholen worden vaak geleid door bestuursleden die sympathie hebben voor of zelfs banden onderhouden met radicaal-islamitische organisaties als de Palestijnse Hamas en de Egyptische Moslimbroederschap.

Dergelijke buitenlandse organisaties - zoals de Libische World Islamic Call Society en de Turkse overheidsinstantie voor godsdienstzaken Diyanet - hebben soms op "heimelijke wijze'' invloed verworven in het islamitische onderwijs in ons land. Hoewel de invloed niet moet worden overschat, kan deze tot situaties leiden die schadelijk zijn voor de democratische rechtsorde, aldus de BVD.

De Nederlandse overheid is de afgelopen jaren niet bij machte geweest de invloed van de extreme moslims in te dammen. Deels door de vrijheid van onderwijs, deels doordat bestuurders een gunstiger beeld van hun scholen hebben geschetst dan in werkelijkheid het geval was. "Deze schoolbestuurders hebben een dubbele agenda'', aldus de BVD.

Op veruit de meeste van de 32 moslimscholen doen zich volgens de BVD overigens weinig extreme, antidemocratische situaties voor. Wel streven de meeste moslimscholen naar behoud van de eigen religieuze identiteit, maar dit druist niet in tegen de wet, aldus de BVD.

PvdA-minister De Vries (Binnenlandse Zaken) vindt de situatie op moslimscholen waar problemen zijn "zorgelijk en ernstig'', net als de pogingen van buitenlandse organisaties om via het verstrekken van subsidies invloed op het onderwijs te krijgen. "Maar dat is lang niet altijd gelukt'', aldus De Vries, die verheugd is dat er op de meerderheid van de moslimscholen niets aan de hand lijkt te zijn. De VVD vindt het BVD-rapport daarentegen "allerminst geruststellend''. "Ons onderwijs mag niet worden geïnfecteerd met extreme standpunten. Elke school waar dit gebeurt, is er één te veel en daarom moet we er nu een einde aan maken'', aldus de liberaal Cornielje. Het CDA meent dat staatssecretaris Adelmund (Onderwijs) begin deze week overdreven heeft gereageerd door te zeggen dat moslimscholen hun borst kunnen nat maken en dat zij het type onderwijs dat aanzet tot discriminatie "haat''. Volgens het CDA ontbreken harde bewijzen voor ondemocratisch gedrag op de scholen.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft De Vries dat de BVD en de Onderwijsinspectie langdurig onderzoek zullen doen naar de ontwikkelingen op moslimscholen. Daarbij zal speciaal worden gelet op het respect voor democratie en mensenrechten. Worden strafbare feiten vermoed, dan zal het Openbaar Ministerie worden ingeschakeld. Daarnaast onderzoekt het kabinet of de huidige wetgeving moet worden aangescherpt om tegen discriminerende uitingen in het onderwijs op te treden.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 21 februari 2002