|
Rozenkweker Cor Zuurbier (Foto: MARTIN MOOIJ)
|
ZWOLLE - Emigreren wilde hij niet, maar hij wenste zijn bedrijf wel uit te breiden. Omdat Cor Zuurbier, rozenteler uit Heerhugowaard, de mogelijkheden in Nederland te beperkt vond, besloot hij toch naar het buitenland uit te wijken. Hij richtte een tweede vestiging op in Kenia maar bleef tegelijkertijd in Nederland wonen. Semigreren, waarbij de agrariër in Nederland blijft en in het buitenland een nieuwe vestiging opricht, is de nieuwe trend die vooral in de tuinbouw aan een opmars bezig is.
De redenen voor semigratie zijn divers, aldus Peter de Vreede van DLV Adviesgroep, op Emigraria, de emigratiebeurs die vorige week in Zwolle werd gehouden. Zijn organisatie staat tussen de diverse andere adviesorganisaties, verhuizers en stands die talloze landen promoten.
"Tuinders met een extra vestiging in het buitenland, en dan vooral in het zuiden, kunnen het hele jaar rond produceren. Andere regelgeving, goedkopere arbeidskrachten, meer rendement en betere groeimogelijkheden spelen eveneens een belangrijke rol," somt De Vreede op. "Bovendien is semigratie sociaal lang niet zo ingrijpend voor het gezin als emigratie; de kinderen kunnen gewoon in Nederland naar school."
Cor Zuurbier, directeur van Zuurbier & Co Rozenkwekerijen B.V., herkent zich in dit verhaal. "In Nederland kun je niet zo eenvoudig meer uitbreiden: je hebt onder meer te maken met milieuregels, een tekort aan mensen en relatief hoge energiekosten." Om de kostprijs in de hand te houden leek het buitenland hem zo gek nog niet. Ook het hele jaar rond kunnen produceren en de markt zo van een constante aanvoer van rozen te kunnen voorzien was een ander overtuigend argument voor Zuurbier.
Andere zaken die belangrijk waren om te semigreren waren het feit dat hij de markt goed kende waarvoor hij ging produceren en hij wist wat hij moest produceren. Verder bleef hij toegang houden tot de Nederlandse kennis op het gebied van de bloementeelt. Bovendien gaat het met het moederbedrijf (15 hectare groot) voor de wind.
"Met het geld dat je met je oude bedrijf hebt verdiend, betaal je tenslotte het avontuur dat je aangaat. Mocht het misgaan, dan ben je wel veel geld kwijt, maar je weet dat je altijd nog iets hebt om op terug te vallen."
Om de juiste keuze te kunnen maken qua land reisden Zuurbier en zijn managers flink wat af. Zij keken rond in Midden- en Zuid-Amerika, China, Indonesië en Afrika. Het werd uiteindelijk Kenia. Zuurbiers oudste dochter Judith was daar al actief met haar rozenveredelingsbedrijf Van Kleef Roses. Zuurbier heeft nu een vestiging van 80 hectare bij het Meer van Navaisha, 60 kilometer ten noorden van Nairobi. "Afrika bevindt zich in dezelfde tijdzone als Nederland, het is niet zover weg als de andere landen, heeft een klimaat waar rozen goed gedijen, en een goede infrastructuur en logistiek. Als er vandaag rozen worden geplukt, zijn de bloemen morgen in Nederland. In tegenstelling tot bijvoorbeeld producten uit Midden-Amerika. Daar vandaan vertrekt maar drie keer per week een vliegtuig naar Amsterdam. "
De vestiging in Kenia levert rozen voor de wereldmarkt. Zuurbier woont zelf niet in Kenia, zijn dochter Judith overigens ook niet. Bij semigratie kun je aan verschillende vormen van management denken: zo kan bijvoorbeeld een bedrijfsleider uit het desbetreffende land worden aangesteld, een familielid de zaak runnen of de zakenpartner. De manager van Zuurbier bevindt zich twee weken per maand in Kenia en de rest in Nederland. Zelf neemt hij drie keer per jaar poolshoogte in Afrika. Nederland is voor Zuurbier nog altijd het belangrijkst: "De basis moet goed zijn en goed blijven. Als dat niet het geval is, moet je niet eens aan semigratie denken."