De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 19 januari 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 

Alles over de euro 
Het huwelijk van de prins en Máxima 
Het Jaarboek 2001 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Alles is voorbestemd, dus berust Catriona LeMay-Doan in haar lot
Zoekt en gij zult winnen

"Iemand die door doping wil winnen heeft een zieke geest''

   
 

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 11kb)
Catriona LeMay-Doan
HAMAR - Olympisch kampioene op de 500 meter. Wereldrecordhoudster. Winnares van het brons op de 1000 meter tijdens de Olympische Spelen van Nagano. Favoriete voor de wereldtitel sprint, dit weekeinde te vergeven in het Vikingskipet van Hamar. Gedoodverfd winnares van de sprint tijdens de Winterspelen van Salt Lake City. Wat zou het? Schaatsen is voor Catriona LeMay-Doan weinig meer dan de meest belangrijke bijzaak ter wereld. Haar werkelijke leven staat in het teken van het christelijke geloof, waartoe zij in 1994 werd bekeerd. Sinds die tijd heeft zij de innerlijke rust gevonden die aan de basis staat van haar schier oneindige reeks successen, die begon met een pijnlijke uitglijder tijdens de Winterspelen van 1994 in Lillehammer. Alles in het leven heeft immers een reden.

'Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.' (Filippensen, 4:13) Ieder willekeurig merk tandpasta wordt gegarandeerd een kaskraker als het met haar lach aan de man wordt gebracht. Een rij parelwitte tanden wordt ontbloot als ze denkt aan de vraag die haar zo vaak wordt gesteld. "Waarom sta jij nooit stijf van de stress, hoe komt het dat je nooit aan jezelf twijfelt?" Wéér die lach. Uiterlijk mag Catriona LeMay-Doan dan altijd de rust zelve lijken wanneer ze zich aan de start meldt, diep van binnen brandt immer onstuimig het heilige vuur, bekent ze. "Natuurlijk ben ik soms onzeker, ik heb ook wel eens een slechte dag. Of een slechte week. Dat gebrek aan zelfvertrouwen is alleen iets dat ik meestal voor mezelf weet te houden."

Haar gevoelens deelt LeMay-Doan (31) slechts bij hoge uitzondering niet met haar man Bart, domineeszoon en in de zomermaanden parttime rodeorijder. "Zodra ik ook maar het minste gevoel heb dat ik met mezelf in de clinch lig of zich een ongezonde spanning van me meester maakt, werpt hij zich op als een psycholoog. Dan praat ik even met hem en voel ik mezelf rustig worden."

Het is dat ene vers uit de bijbel, niet meer dan tien woorden, die haar de weg door het leven wijst. "Ik bid voor iedere race, geen enkele wedstrijd uitgezonderd. Dat komt door die innerlijke onzekerheid. Zelfs als ik naar de start ga, ben ik nog in gebed. Niet dat ik hele hoofdstukken prevel, soms zijn het maar twee woorden die ik in mijn hoofd heb. Nee, om een goede race vraag ik nooit. Vroeger was dat nog wel eens het geval, maar dat is egoïstisch. Ik vraag slechts om rust in lichaam en geest. Ik wil me geen zorgen maken over mijn race, over die 37 of 38 seconden. Soms denk ik wel eens dat ik gek ben om me zo nerveus te maken. Het heeft geen zin je zorgen te maken om een race of de uitslag. Dat ligt namelijk ver buiten mijn bereik. Ik start, ik schaats en wat er vervolgens gebeurt tot het moment dat de race is afgelopen, heb ik toch niet onder controle. De conditie van het ijs, de vorm van mijn tegenstanders, dat heb ik niet in mijn macht. In de bijbel staat dat God alles heeft gepland. Hij weet al wat er gaat gebeuren, Hij kent de uitslag al. Het verloop van de race, het eindresultaat, alles is voorbestemd. Mocht ik verliezen, dan heeft Hij daar een reden voor. Soms is dat moeilijk te accepteren, maar zoals wel vaker in het leven zul je ermee moeten leren omgaan. Er is niets in het leven dat voor niets gebeurt."

Samen met haar echtgenoot bidt LeMay-Doan ook ná iedere wedstrijd. "Dan dank ik God even voor mijn race. Dat is heel gemakkelijk wanneer je gewonnen hebt, maar als je net verslagen bent, valt dat soms niet mee. Dan is het moeilijk in je teleurstelling te constateren dat Hij daar een bedoeling mee heeft gehad."

Hoewel sport en religie in haar visie onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, staat of valt het eerste niet met het tweede. "Ook zonder het geloof had ik in het schaatsen dit niveau bereikt, daar ben ik van overtuigd. Ik was alleen niet de atleet geworden die ik nu ben. Winnen had dan mijn hele leven beheerst. Ik zou dan, denk ik, nu nog boos zijn geweest over mijn val op de 500 meter tijdens de Spelen van '94."

Daar, in Lillehammer, zocht (en vond) LeMay-Doan antwoord op de vraag waarom uitgerekend haar dit moest overkomen. "Ik heb me destijds afgevraagd wat er met me zou zijn gebeurd als ik op de been was gebleven. Ik reed tegen Franziska Schenk, lag zelfs voor. Schenk won uiteindelijk het brons. Toen ben ik op zoek gegaan en heb ik mezelf dingen afgevraagd. Het antwoord vond ik in de bijbel. Het is niet zo dat God het zo gewild heeft, of dat Hij me bewust heeft laten vallen. Maar ik ben ervan overtuigd dat er eerst iets slechts moet gebeuren voor je iets goeds overkomt. Het is niet dat ik ineens door een lichtflits ben geraakt of zo, het is meer een proces geweest. Toen ik het seizoen na die Spelen ook nog eens een maand geblesseerd raakte, is het eigenlijk allemaal in een stroomversnelling geraakt. Ik kwam in contact met andere christelijke sporters, die ook met dergelijke vragen zaten. Sinds die tijd heb ik meer plezier in mijn leven, het schaatsen, mijn vrienden, mijn huwelijk. Het heeft me rust gegeven."

"Ik zie mijn geloof als een relatie, als levensvreugde. Het is onvoorwaardelijke liefde. Wat er ook gebeurt tijdens het schaatsen, wat er ook persoonlijk met me voorvalt, ik heb innerlijke rust. Het geeft me geborgenheid. Geloof is voor mij geen kruk waar ik op steun in moeilijke tijden. Het is niet eenvoudig om te allen tijde je geloof trouw te blijven. Je bent een rolmodel, de mensen kijken voortdurend naar je en beschuldigen je soms van dingen. Maar juist dan is het belangrijk om vergiffenis te kunnen schenken."

- Een gewetensvraag. Stel dat je tijdens de Olympische Spelen van Salt Lake City het goud moet laten aan een rijdster die, zo blijkt achteraf, gedrogeerd was. Zou je het haar dan kunnen vergeven?

Verbaasde blik. Dan: "Ik denk niet dat ik boos word, ik zou alleen oprecht medelijden krijgen, omdat haar leven vanaf dat moment uitdraait op een hel. Iemand die zo wil winnen, moet een zieke geest zijn. Ik kan me niet voorstellen hoe je ooit tegen een medaille aan kan kijken, wanneer je weet dat je hem gewoon hebt gestolen. Mijn eerste gedachte zal er een vol woede zijn, maar uiteindelijk zou ik het haar vergeven. Ik zal wel moeten, ik ben een christen. En bovendien, op zo'n manier tweede worden, zou ik geen verliezen willen noemen."

"Ik vind het heel belangrijk hoe mensen naar me kijken. Als je de sport uitvlakt, moet er een goed mens tevoorschijn komen. Vanuit mijn christelijke achtergrond wil ik laten zien dat ik een gelukkig mens ben, iemand die vrede in zich heeft. Dat komt ook tot uiting wanneer ik race en te midden van mijn tegenstanders sta. Als ik naar de streep ga, wil ik hard schaatsen. Het beste uit mezelf halen. Winnen, vooral. Maar ik kan er tegelijkertijd mee leven wanneer ik verslagen word door een tegenstander die uit zichzelf weet te halen wat ik op dat moment niet kan."

"Die houding staat los van mijn geloof, het zit al van kinds af aan verankerd in mijn karakter. Toen ik als klein meisje met schaatsen begon, werd van mij gezegd dat ik nooit ook maar in de buurt van de top zou komen, omdat ik niet de juiste instelling had. Exact het tegenovergestelde is echter waar. Ik ben juist zo succesvol omdat ik de juiste mentaliteit heb. Als ik niet win, vind ik dat heel vervelend, maar het is niet het einde van de wereld. Ik kan met zulke tegenslagen leven. Het gaat om het plezier waarmee je sport, dat is iets dat ik van huis uit heb meegekregen. Ik weet nog goed dat ik in 1992, vlak voor mijn eerste Olympische Spelen, mijn moeder aan de telefoon kreeg. 'Wanneer je het daar in Albertville niet naar je zin hebt, kom je gewoon terug naar huis', zei ze."

"Sinds ik een christen ben, kan ik het leven beter doorgronden. En ben ik me ervan bewust dat ik een voorbeeld voor veel mensen kan zijn. Sport is iets leuks, geniet ervan. Het doet me pijn als ik zie dat er in vrijwel iedere sport gelogen en bedrogen wordt. Ik prijs me gelukkig dat het schaatsen tamelijk schoon is. En dat het, in vergelijking met bijvoorbeeld basketbal en ijshockey, een kleine sport is waar niet zo veel geld in om gaat. In de Verenigde Staten en Canada staan de kranten vol met sporters die miljoenen en miljoenen dollars op hun bankrekening hebben staan. En wat doen ze? Ze zitten aan de drank en zijn verslaafd aan de drugs. Geld is voor hen niet meer dan een masker om hun werkelijke gemoedstoestand te verbergen. Ze gedragen zich alsof ze heel gelukkig zijn, maar neem ze hun bezittingen af en er blijft niet veel meer van ze over."

"Geld is geen basis voor geluk, het is eerder een factor die list en bedrog tot gevolg heeft. Juist als je geld hebt, gaat het erom dat je jezelf blijft. Geluk is iets dat diep, heel diep van binnen zit. Dat zijn zulke oergevoelens, die kunnen niet door iets triviaals als geld of sport worden opgewekt."

Zelf boert ze in eigen land ook niet slecht. "Sinds een paar maanden heb ik een aardig contract met Cheerios en staat mijn hoofd op pakken cornflakes. De eerste keer dat ik mijn afbeelding in de schappen van een supermarkt tegenkwam, schrok ik echt. Maar moet ik daarom een ander mens worden? Akkoord, Bart en ik hebben een leuk huis gekocht in Calgary en we hebben allebei een eigen auto. Maar dat betekent toch niet dat ik me ineens een beter mens moet vinden dan mijn tegenstanders?"

En als zij zich volgende maand in Salt Lake City na de tweede 500 meter op de hoogste trede van het podium terugvindt, wéét ze waarom ze daar mag staan. "God zal dat dan zien als het podium waarop Hij mij wil hebben om mijn boodschap uit te dragen." Winnen, het is slechts een prettige bijkomstigheid in LeMay-Doans levenWant wat is een leven zonder geestelijke bagage?" Dat zij daarin niet de enige is, ondervond de Canadese aan het begin van deze olympische jaargang, toen bleek dat de Duitse Gunda Niemann-Stirnemann de Olympische Spelen vanwege een (niet geplande) zwangerschap moet missen.

"Langs de baan had iedereen meteen zijn oordeel over haar klaar. Dat mens is gek! Dan denk ik: hoe bedoel je, gek? Ze krijgt een kind! Is er in het leven soms iets dat belangrijker is dan dat? Natuurlijk niet. Veel mensen wijzen met een beschuldigende vinger naar je en zeggen dat jouw leven weinig meer is dan schaatsen. Maar nu de Spelen eraan komen, schaatst ze niet, maar krijgt ze een baby. Dat is toch schitterend voor haar. Ze is een goed mens, ze is een goede schaatsster, nu is de tijd aangebroken dat ze een goede moeder wordt. Vlak de sport uit, zoals ik al zei, en er verschijnt een goed mens. Als ík vier maanden voor de Spelen zwanger zou worden, zou dat niet de beste timing zijn. Maar negen maanden later heb je wel het tastbare bewijs in handen hoe klein en onbeduidend sport eigenlijk is."

door Luuk Blijboom



 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 19 januari 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.