De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 4 januari 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
Alles over de euro 
CrazyLife 
Weerkamer 
Het huwelijk van de prins en Máxima 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
Het Jaarboek 2001 
---
Met Elkaar 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Kemkers op zoek naar
geheim achter succes

   
 

ERFURT - Hij weet het niet. En eerlijk gezegd wil hij er eigenlijk ook niet eens bekend mee zijn. De vraag wat nou eigenlijk zijn geheim is achter de successen die hij deze schaatsjaargang aaneen rijgt, pareert Gerard Kemkers daarom maar met een wedervraag. "Wat maakt iemand een succesvol kunstschilder? Waarom kunnen sommige mensen heel mooi piano spelen? Zulke vragen intrigeren me mateloos. Daar zou je volgens mij een boek over kunnen schrijven. Tenminste, als je het antwoord weet. Maar voorlopig ben ik nog steeds aan het puzzelen."

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 20kb)
Over 'het geheim' achter succesvolle mensen kan volgens Gerard Kemkers moeiteloos een boek worden geschreven. "Maar dan moet je dat geheim wel eerst ontrafelen. Zelf ben ik nog steeds druk aan het puzzelen."
Van één ding is Kemkers (34) zich aan de vooravond van de Europese titelstrijd in Er-furt wél bewust: "Topcoach zijn is één groot psychologisch spel. Theoretisch gezien ben ik bijvoorbeeld niet maximaal onderbouwd. Dat merk ik als ik wel eens met Ab Krook om de tafel zit. Die kan het hebben over bepaalde fysiologische zaken waar ik totaal geen weet van heb. Dan sta ik werkelijk met mijn oren te klapperen. Maar maakt een overvloed aan kennis iemand automatisch tot een goede coach? Dat denk ik niet. De vraag waarom dat in mijn optiek zo is, kan ik tegelijkertijd niet beantwoorden. Net zoals ik niet onder woorden kan brengen wat nou precies de kunst van het coachen is. In zulke situaties ga ik over het algemeen af op mijn gevoel. Ik doe wat ik doe. En het komt zoals het komt."

"Ik sta bijvoorbeeld ook niet boven de ploeg, maar er tussenin. Kan ook niet anders. Dit jaar zijn we 230 dagen met elkaar op pad, we vormen een eigen gemeenschap. De sporter in Gerard Kemkers bestaat bovendien nog steeds, dat merk ik tijdens de wedstrijden wel. Net als toen ik vroeger schaats-te, heb ik ook in mijn hoedanigheid als coach spanning nodig om boven mezelf uit te kunnen stijgen. Ik vind het zalig om met tintelingen in mijn buik en mijn vingers langs de baan te staan. Eigenlijk is de spanning die ik nu heb veel erger dan toen ik zelf aan de start stond, omdat je het uiteindelijke resultaat niet zelf in de hand hebt. Ik vind het geweldig om bij iedere rijder weer in die achtbaan van emoties te stappen. Vooral tijdens het olympisch kwalificatietoernooi was ik op de toppen van mijn zenuwen." Zwaaiend met zijn hand: "Zó! Was ik een potje gespannen!"

"Er is na dat weekeinde een last van me afgevallen. Maar tegelijkertijd ben ik daar meteen aan voorbijgegaan. Daarvoor ben ik te veel realist, ik ben niet zo'n feestvierder. Die maandagochtend na het toernooi had ik zo'n gevoel dat je wel eens hebt na een grote wedstrijd waar je maanden naartoe hebt geleefd. Maar het was tegelijkertijd ook de dag dat ik de planning voor de laatste maand voor de Olympische Spelen moest schrijven. Dat had ik bewust nog niet gedaan, want er was tot dat moment maar één focus voor mij geweest."

"Ik was blij dat we boven alle discussie waren verheven, dat onze planning tot dat moment klopte en dat we de juiste keuzes hadden gemaakt. Maar er kwam ook, heel even, een soort van gelatenheid over me heen. Ik heb mezelf toen gelijk een schop onder mijn kont verkocht en gezegd: nu gaan we op weg naar de Olympische Spelen. Op naar de plaatsen één, twee en drie. Terwijl ik dat zei, voelde ik mijn buik meteen al weer kriebelen. Dat gevoel, dat moet ik vasthouden."

Het is ook de intentie waarmee Kemkers vanaf vandaag Jochem Uytdehaage, Carl Verheijen en Renate Groenewold drie dagen het ijs van de Gunda-Niemann-Stirnemann-Halle op stuurt. Natúúrlijk is het behalen van de Europese titel het uitgangspunt. "Maar alles staat in het teken van de Winterspelen. Dat geldt nu, en dat geldt volgende week tijdens de skate-off op de 1500 meter ook voor Uytdehaage. Die race valt midden in een zwaar trainingsblok. Nou, jammer dan. We stemmen onze planning daar niet op af. Het is een risico dat we bewust nemen. Dan is het ons liever dat hij in Heerenveen tekort schiet en de olympische 1500 meter mist, dan dat hij straks in Salt Lake City niet optimaal aan de start verschijnt op de vijf en tien kilometer. Ik doe liever één ding goed, dan twee dingen halfslachtig. En als Gerard dat zo op papier zet, gebeurt het. Daar is geen discussie over mogelijk."

"Datzelfde gaat op voor zondag. Wanneer na drie afstanden zou blijken dat je niet meer van de derde naar de tweede plaats kunt stijgen, of van de tweede naar de eerste, zal ik mijn rijders met een opdracht aan de 10.000 meter laten beginnen. Die afstand is sowieso van invloed op de periode die mijn rijders na deze EK krijgen voorgeschoteld." Het is Kemkers' eeuwige psychologische spel. "Je kunt zo'n tien kilometer ook gebruiken met het oog op de Spelen. Door dat nú te rijden, wordt de vijf kilometer in het denkpatroon van een schaatser in Salt Lake City een kortere afstand.

Voer voor psychologen, noemt hij zijn innerlijke inspiratiebron. Zijn honger naar kennis is niet te stillen, nu al dwalen zijn gedachten soms af naar de periode na de Olympische Spelen. Over hoe hij, in dienst van TVM, voor nieuwe impulsen kan zorgen, heeft hij zo wel zijn ideeën. "Ik zou in Nederland graag een basis zien waarbij we met een aantal topcoaches uit verschillende takken van sport op een goede manier aan kennisoverdracht doen. Dan denk ik niet aan centrale bijeenkomsten op Papendal, maar meer aan een hutje-op-de-hei-idee. Gewoon, een week lang bij elkaar zijn en dan maar over ons vakgebied praten. Dat wordt vast vreselijk interessant, omdat dan vanzelf onze grote gemeenschappelijke deler naar boven komt. Zoals Jacco Verhaeren heeft toegewerkt naar de zwemsuccessen van Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband, dat fascineert me mateloos. Maar ik denk dat ook in andere sporten als bijvoorbeeld kanoën en roeien heel veel kennis voorradig is, waarmee ik mijn voorkeur zou kunnen doen. Zo'n bijeenkomst zou me een stuk wijzer maken over het vak coachen."

En als hij dan toch bezig is: "Het lijkt me ook vreselijk boeiend om eens op te trekken met een topmanager, een topmusicus of een topballerina. Volgens mij krijg je dan een zelfde synergie, ook al komen we uit verschillende takken van de maatschappij. Onze uitgangspunten en doelstellingen zijn immers heel vergelijkbaar."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 4 januari 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.