AMSTERDAM - Het is de openingszin van de kaart zoals zijn familie die gisteren ontwierp. Zowel inhoud als illustratie wijkt af van de gebruikelijke rouwadvertentie. Prachtige cartoon uit grootmoeders tijd gekoppeld aan een kenmerkende tekst.
'Hé koekenbakker, nergens voor nodig, die aandacht. Flauwekul.'
Zo was Adrianus Willem Hendrik van der Veen. Jeugdtrainer, begeleider, meesterscout. Hij overleed vrijdag op 84-jarige leeftijd. In het eeuwboek van Ajax komt zijn naam vreemd genoeg zelden voor. Op De Toekomst is er ook geen kamer of kantoor naar hem vernoemd. Van der Veen gewoonweg een man voor áchter de schermen. Groot door zijn eenvoud.
Dat Van der Veen - 119 wedstrijden in Ajax 1 tussen 1939 en 1948 - vooral als de ontdekker van Johan Cruyff door het leven ging, vond hij zelf te veel eer. Hij heeft "die spillebeen" altijd beschouwd als een geschenk uit de hemel die geen ontdekker nodig had, maar een begeleider. En dat laatste, dat kon hij goed.
Na de dood van zijn vrouw heette Alzheimer zijn nieuwe metgezel. En zo'n relatie is gedoemd te mislukken. De ziener verbleef ruim twee jaar in een Amsterdams verpleeghuis en vervreemdde steeds meer van Ajax.
Slechts sporadisch veerde hij nog op. Het duel met Celtic, in augustus, zag Van der Veen op de televisie. Het verplegend personeel heeft het geweten. Jany werd woedend. Hij vond het een afgang; in zijn tijd werd er beter gevoetbald. Die 'gasten' van nu, het zijn koekenbakkers.
Ook mensen met Alzheimer zeggen soms nog heel zinnige dingen.