door Jan-Kees Emmer AMSTERDAM - Prins Claus heeft gisteren respect afgedwongen door ondanks zijn haperende gezondheid toch in het Paleis op de Dam de jaarlijkse prijzen van het Prins Claus fonds uit te reiken. De verwachtingen waren hooggespannen over het optreden van de prins, die werd vergezeld door koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en Máxima.

Ondanks dat hij de juiste bril niet kon vinden en dus wat moeilijk las, maakte het optreden van prins Claus diepe indruk op alle aanwezigen. (Foto: MATTY VAN WIJNBERGEN)

Het fonds, dat de prins bij zijn zeventigste verjaardag cadeau kreeg, is een van zijn meest geliefde activiteiten. Hij spreekt dan ook graag in het Paleis op de Dam, vaak met indrukwekkende toespraken. Zo wierp hij een paar jaar geleden zijn stropdas demonstratief af en verklaarde hij twee jaar geleden zijn liefde voor zijn vrouw.

Dit jaar dwong de prins respect af door ondanks al zijn fysieke en technische beperkingen toch het spreekgestoelte te betreden.

Het ging hem duidelijk niet gemakkelijk af. Met moeite betrad hij het podium, daarna begon het zoeken naar de juiste bril. Dat lukte niet echt, waardoor hij de woorden die hij had opgeschreven moeizaam kon ontcijferen.

"Ik moet nieuwe ogen hebben", verontschuldigde de prins zich. Om vervolgens te beloven te werken aan zijn herstel: ,,Ik laat alle problemen repareren en ik hoop volgend jaar weer een toespraak te houden die om te lachen is."

De Rijksvoorlichtingsdienst bevestigde later dat de prins binnenkort een kleine oogheelkundige ingreep ondergaat om zijn gezichtsvermogen te verbeteren.

De belangrijkste prijs van het Prins Claus Fonds voor Cultuur en Ontwikkeling ging dit keer voor het eerst naar twee prijswinnaars: het Rotterdamse Zomercarnaval en Peter Minshall uit Trinidad, een man die gekenschetst kan worden als architect van grote artistieke spektakelstukken als Caribische carnavals en openingen van Olympische Spelen. De prijswinnaars moeten de prijs van 50.000 samen delen.

De jury van het cultuurfonds koos voor het thema carnaval om dat ze dit fenomeen onder meer ziet als een glijmiddel voor culturele uitwisseling.

De prins zelf zei niet heel veel verstand van carnaval te hebben. "Ik weet dat je twee soorten carnaval hebt. Een in koude streken en een in warme. De koude heb ik meegemaakt toen ik nog in Bonn woonde. Daar was het de gewoonte dat vrouwen op maandag de stropdas van de mannen op straat of op kantoor afknipten. U kent mijn aversie voor de das, maar als jong diplomaat moet je er een dragen. Dus zorgde dat ik ervoor dat ik die dag thuis werkte om die knipgrage vrouwen te ontlopen."

Aan het 'warme' Carnaval heeft de prins minder goede herinneringen. Toen hij diplomaat was in Dominicaanse Republiek, heerste daar de dictator Trujilo. Die nodigde tijdens het carnaval mooie meisjes uit op zijn luxe jacht. "Carnaval kreeg daardoor een slechte reputatie. Je kon het beter ergens anders vieren," aldus de prins.

De toespraak van de prins dwong sloeg in als een bom. Prijswinnaar Peter Minshall, waarvan na de uitreiking een theaterstuk werd getoond, verwoordde het gevoelen van de honderden aanwezigen in de Burgerzaal: "Mijn optreden is klein vergeleken met het optreden van de prins zojuist," sprak de prijswinnaar waarna de zaal instemmend applaudisseerde.

zoek naar gerelateerde artikelen

wo 12 december 2001