De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 19 november 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
VS onder vuur
---
Kopen 
 Speurders 
Veilinghal 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B U I T E N L A N D 
 
  Tocht naar Kaboel
lijkt tijdreis

   
 

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 31kb)
Inwoners van de dorpen ten noorden van de Afghaanse hoofdstad Kaboel zijn begonnen met de inventarisatie van hun eigendommen. (Foto: EPA)
door Hans Kuitert KABOEL - Bijna 20 jaar lang hebben 240 kilometer bergpassen, wegen die vol liggen met diepe kuilen, hardnekkige rotsblokken, sneeuwvelden, snelstromende rivieren, en dat alles omringd door mijnenvelden, twee werelden van elkaar gescheiden. Noord-Afghanistan waar nooit een bezetter een voet heeft kunnen zetten dankzij het verzet van Tadzjieken in de Hindukush en de Panshir-vallei en Kaboel, de metropool van alle volkeren van Afghanistan, die vele malen bestookt en geplunderd werd, zijn twee werelden apart.

Langs deze barre, drie dagen vergende weg, waar jeeps bijna wegglijden in ravijnen en mensen zich bewust zijn van hun nietigheid, volgen de episodes van de jongste geschiedenis van Afghanistan elkaar gestadig op. Het rustige, onherbergzame, nagenoeg onbewoonde hoogland van de Hindukush, onbedwingbaar voor welk leger dan ook, vloeit bijna onmerkbaar over in het smokkelaarsparadijs aan de grens van Pakistan tot in de Shomali-vlakte bij Kaboel, waar recente en bijna voorbije strijdtonelen hun sporen van verwoesting hebben achtergelaten, tot in een herboren hoofdstad Kaboel, waar het leven zijn loop heeft hernomen na het verdrijven van de Taliban.

Met zijn stoffige longi, de typisch Afghaanse tulband, op het hoofd, schetst aan het einde van die bizarre tocht door de contemporaine geschiedenis de oude Aymuddin vlakbij die nu door speciale Britse eenheden bezette luchthaven Bagram, ten noorden van Kaboel, de realiteit van Afghanistan. "Een week nadat we in Kaboel weer kunnen ademen, houden we de adem in als we door onze velden lopen. Een mijn kan ieder moment afgaan. Maar dat is in de handen van Allah."

Het weelderige groen van de druivenranken van deze Shomali-vlakte ten noorden van Kaboel is jaren geleden verdwenen, alsof een machtige hand het heeft weg gegumd. De Taliban hebben de druivenstruiken in brand gestoken, de bomen omgezaagd of domweg ontworteld, de huizen met tanks bestookt. De in containers gedreven bazarwinkeltjes simpelweg in diepe natuurlijke kuilen langs de weg geschoven, waar ze schots en scheef en roestend zijn achtergebleven.

Woestenij

Aymuddin behoort tot de talrijke dorpelingen die het nog bruikbare hout van de druivenstruiken en bomen, met gevaar voor eigen leven, uit de barre woestenij halen nu ze eindelijk na vijf jaar kunnen terugkeren. Deze houtvoorraad moet deze tot vluchtelingen verworden boeren door de komende barre winter helpen.

De Taliban staken het gebied domweg in brand omdat ze er hun slag wilden leveren tegen Ahmed Shah Masoed, de legendarische leider van de Tadzjieken, die twee dagen voor de aanslagen in New York en Washington, op 9 september, werd vermoord. Dat was al in 1979 toen Masoed zijn eerste front tegen de Taliban opende op de vlakte, aan het einde van de Panshir-vallei, luttele kilometers van zijn geboorteplaats Jangalak, waar nu ook zijn graf ligt, een bedevaartsoord voor de duizenden die zijn portret aan de muur hangen of op de voorruit van auto's, taxi's, vrachtwagens en bussen hebben geplakt.

Tussen dat dorp en de met door de Taliban achtergelaten verwoeste tanks en pantservoertuigen en mijnen bezaaide laagvlakte ligt Jabal es Saraj waar in de bazar alles te koop is wat de Taliban de Afghanen wilden onthouden. Daar, in een oud smokkelaarsnest aan de rand van de Panshir-vallei met zijn hoge bergen, zijn klaterende riviertjes en zijn trotse bevolking kwamen de vanuit Pakistan gesmokkelde goederen binnen.

Pepsi cola

De door Taliban-leider mullah Omar en zijn nog steeds ondergedoken protégé Osama bin Laden gehate symbolen van het Westen, zoals radio's, televisies, Pepsi cola en andere westerse producten zijn er altijd vrij te koop geweest.

Nu vinden ze hun weg naar Kaboel, de een week geleden bevrijde stad, waar muziek weer schalt, verplicht baarden worden afgeschoren en de straten weer vol zijn met mensen voor wie, hoe armlastig ze ook zijn, de geneugten van het leven weer beschikbaar zijn.




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 19 november 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.