DEN HAAG - Vrouwelijke onderneemsters die door een zwangerschap en bevalling veel minder uren in hun bedrijf kunnen werken lopen vanaf volgend jaar niet langer belangrijke fiscale voordelen mis.
Op initiatief van D66 gaat de Tweede Kamer de regelgeving rondom het zogenaamde urencriterium op dit punt versoepelen. Terwijl normaal gesproken wordt geeist dat per jaar tenminste 1225 uur in het eigen bedrijf wordt gewerkt, geldt in een jaar waarin een bevalling of miskraam plaatsvindt voortaan 700 uur als minimumeis.
Vrouwelijke onderneemsters blijven daardoor in veel gevallen recht houden op zaken als de zelfstandigenaftrek, de fiscale oudedagsreserve en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, waarmee vaak vele duizenden guldens per jaar zijn gemoeid.