AMSTERDAM/UTRECHT - De werkgevers hoeven zich geen zorgen te maken. De vakbonden zullen in de sectoren en bedrijven waar het economisch slechter gaat "hun verantwoordelijkheid nemen" en ondernemers niet het vel over de oren halen.
Dat was de boodschap gisteren van de vakcentrales FNV en CNV in de aanloop naar het al veelbesproken cao-seizoen 2002. Beide vakorganisaties raadpleegden hun bonden over een eventuele koerswijziging als gevolg van de economische tegenwind en de daaraan verbonden oproep van de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland de lonen te matigen, respectievelijk te bevriezen. De sociale partners proberen aanstaande donderdag tijdens het traditionele Najaarsoverleg met het kabinet definitief op één lijn te komen. De FNV houdt, zoals verwacht, onverstoorbaar vast aan een looneis van maximaal 4%. De vakcentrale voelde zich gesterkt door een recent NIPO-onderzoek waaruit blijkt dat ruim de helft van alle werknemers onder de huidige omstandigheden 4% meer loon acceptabel vindt. Cao-coördinator Henk van der Kolk sprak over een "gecoördineerd loonbeleid met forse differentiatie daar waar het slechter gaat, maar nooit lager dan de inflatie". Het Centraal Planbureau verwacht voor volgend jaar een inflatie van ongeveer 2,5%.
Het CNV redeneert juist van onder naar boven. Voorzitter Doekle Terpstra coördineert niet, zoals de FNV, maar ádviseert zijn achterban uit te gaan van een bandbreedte van minimaal 2,25% en maximaal 4%. "De economische seinen staan op rood en daarom heeft maatwerk per sector de voorkeur. Maar onze onderhandelaars zullen dus minimaal voor koopkrachtbehoud vechten. Daarnaast zijn uitschieters van 4% zoals bij de overheid heel goed denkbaar", aldus Terpstra.
Beide vakcentrales hebben er de laatste dagen duidelijk alles aan gedaan om één front te vormen richting werkgevers. "Zonder verlies van eigen identiteit zullen de CNV en FNV-bonden elkaar tijdens de cao-rondes ongetwijfeld in het midden vinden", zei FNV-voorzitter Lodewijk de Waal.