AMSTERDAM - Of het de vertrekpremie is, een gebrek aan vertrouwen in de eigen toekomst bij de bank, of in de toekomst van de bank als geheel, feit is dat werknemers van ABN Amro in groten getale kiezen voor vertrek.
Bij het Nederlandse kantorennet van ABN Amro moeten de komende drie jaar ongeveer 6250 voltijds arbeidsplaatsen verdwijnen. Om dat doel te bereiken heeft driekwart van de circa 29.000 Nederlandse medewerkers tot 15 januari volgend jaar de mogelijkheid om gebruik te maken van een zogenoemde 'vertrekstimuleringsregeling' (lees: een vertrekpremie).
Inclusief natuurlijk verloop hoopte ABN Amro dit jaar 1075 banen te kunnen schrappen (ongeveer eenvijfde van de beoogde 6250). Het waren er eind september reeds 1628, bleek gisteren bij de publicatie van de derdekwartaalresultaten. De helft meer en bijna een kwart van het aantal banen dat uiteindelijk moet verdwijnen. "Het is boven de doelstelling, dat klopt", aldus een woordvoerder van de bank. "Vanaf het begin is er veel belangstelling voor de regeling."
Om de vertrekregeling nu al tot een succes te bestempelen, gaat de zegsman echter te ver. "We hebben geen vergelijkingsmateriaal en weten dus niet of de piek zich bij zo'n regeling voordoet aan het begin of aan het eind (van de periode waarin het aanbod loopt)." ABN Amro zelf maakt de balans dan ook liever op na 15 januari.