AMSTERDAM - Verscheurde, wanhopige gezinnen, echtscheidingen en failliette bedrijven. Eén van de grootste beleggingsaffaires in Nederland bracht honderden mensen aan de rand van de afgrond. Zeven jaar na dato strijden de gedupeerden nog steeds verbeten om gerechtigheid. "Mijn vader is nog maar een schim van zichzelf. Ik ga voor hem door tot het bittere einde."
|
Jan Loomans uit Breda voelt zich "vreselijk besodemieterd" Hij verloor 60.000. (Foto: Visumar)
|
"Uw persoonlijke adviseur loopt voor u op de beursvloer." Onder dit gevleugelde motto belden adviseurs van het malafide Duitse bedrijf Cogenius argeloze particulieren op. Goed gebekte jongens beloofden vette winsten op de goederentermijnmarkt, waar onder andere gehandeld wordt in thee, koffie en partijen sinaasappelsap. In werkelijkheid bleven de beleggers berooid achter.
Jan Loomans kan zich het eerste telefoontje nog goed herinneren. "Ik werd gebeld door een jonge vent. Hij kwam heel netjes en onderlegd over, een studentikoos type. Eerst wimpelde ik hem af, maar ik liet hem toch een folder opsturen. Die zag er zeer professioneel uit. Niet veel later heb ik een afspraak gemaakt."
"Hij kwam aangereden in een dure BMW en zag er keurig uit: strak in het pak met een stropdas om. Zo'n VVD'ertje eigenlijk. Ik heb toen tienduizend gulden belegd, in levende varkens geloof ik. Het kon niet misgaan, hield hij me steeds voor. Uiteindelijk heb ik een Duits contract ondertekend. En dat ga je niet zo snel lezen."
Een week later kreeg Loomans weer een telefoontje. "Of ik geen 25.000 gulden kon missen, want er bood zich een superkans aan." Drie dagen later hoorde hij dat het geld verloren was gegaan. Toch liet hij zich opnieuw ompraten. "Die jongen kwam zo eerlijk over. Na een half uur was ik overtuigd." Twee dagen later was Loomans in totaal 60.000 gulden lichter. "Ik heb een paar weken niet kunnen slapen."
Loomans' ("Ik ben een echte optimist") sloeg zich door de ellende heen. Anderen kwamen de klap nauwelijks te boven. Zoals een echtpaar uit Noord-Beveland dat uit schaamte hun verlies van een ton nooit aan anderen vertelde. Of zoals de man die gewapend met stokken het geld eigenhandig bij de directeuren kwam opeisen.
De twee leidinggevenden van het Duitse bedrijf Cogenius werden in 1998 veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en handelen in effecten zonder vergunning. Beiden kregen twee jaar gevangenisstraf. De andere aanklachten, zoals oplichting en valsheid in geschrifte, achtte de rechter niet bewezen. Toch oordeelde hij keihard over de handelwijze van de criminelen. Ze waren slechts uit op eigen gewin en maakten misbruik van de goklust van de beleggers. Mr. Martijn van der Want van het Zierikzeese advocatenkantoor Nijland, Van den Doel en Van der Want, noemt de uitspraak van de rechter dan ook "een tactische keuze."
Hij staat circa 500 gedupeerden bij die zich verenigden in de speciaal opgerichte Cogenius-stichting. "Deelname aan een criminele organisatie was nu eenmaal makkelijker bewijsbaar net als het handelen zonder vergunning", legt hij uit.
De twee Cogenius-bazen zagen in de veroordeling echter een aansporing om zich fel te verzetten in de civiele procedure die de gedupeerden aanspanden. Resultaat: na zeven jaar procederen wonen ze nog steeds in kapitale villa's, terwijl veel gedupeerden financieel aan de grond zitten. Van der Want vertelt over het taaie juridisch gevecht dat hij al die jaren heeft gevoerd.
"Ze hebben er alles aan gedaan om een juridisch rookgordijn op te werpen. Alle risico's kwamen voor rekening van de beleggers, in het beleggingscontract was het Duitse recht van toepassing en een arbitragebeding had de rechter buitenspel gezet." Bovendien erkenden de directeuren niet dat ze de beleggers schade hadden berokkend, iets wat ze nog steeds volhouden. "Ze huilen krokodillentranen en voelen zich ontzettend slachtoffer", oordeelt hun advocaat, mr. Dennis Wolters uit Hoofddorp. "Eigen schuld speelt in deze zaak een belangrijke rol."
Het kostte jaren om de beschermingswallen in de contracten te slechten. De president van de Rechtbank in Utrecht vernietigde in 1998 als eerste de beleggingsovereenkomsten: een uitspraak die het Hof in Amsterdam hetzelfde jaar zelfs aanscherpte. Alle beleggingsovereenkomsten met bedrijven die zich niet hebben aangemeld bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) hebben sindsdien geen enkele juridische waarde. Van der Want noemt de uitspraak van het Hof "een doorbraak" en "een bescherming voor toekomstige beleggers."
De grote doorbraak kwam in 1999. De president van de rechtbank in Haarlem oordeelde toen in kort geding dat de directeuren onrechtmatig hadden gehandeld en wees de stichting 1,3 miljoen toe. Meer niet, want door de wirwar van firma's was het de president niet duidelijk wie welke rol speelde in de fraude. Aan Van der Want de opdracht om de ondoorzichtige contructies in een bodemprocedure verder te ontrafelen. Een tijdrovende zaak, weet de advocaat. Daarom gaat hij verder met het voeren van korte gedingen. Het is een oorlog op twee fronten geworden, beaamt hij.
Advocaat Wolters geeft de gedupeerden de schuld van de trage procedure. "Waarom zijn ze niet gelijk een bodemproceure begonnen?"
De gedupeerden zijn het wachten inmiddels meer dan zat. Van der Want wordt regelmatig gebeld. "Dan vragen ze: ze zijn veroordeeld, waarom krijg ik mijn geld dan niet terug?" Een aantal heeft de moed zelfs geheel opgegeven, weet hij. Anderen zijn onvermoeibaar en sterken zich in de gedachte dat een groot deel van het weggeraakte geld in bezit is van jusitie. In het kader van de 'Pluk ze-wetgeving' is aanvankelijk voor 9,1 miljoen in beslag genomen. "Een paar woonhuizen, Cartier-horloges, Jaguars en tonnen aan contanten. Hoeveel het nu is weet ik niet, want er zitten ook teakhoutplantages in Zuid-Amerika bij", zegt Van der Want. Justitie sluist dit geld door naar de gedupeerden zodra de rechter de vorderingen definitief heeft toegewezen.
Ton Westerduin, bestuurslid van de Cogenius-stichting en zoon van een gedupeerde, ziet het geld lonken aan de horizon. "Waarom betaalt de staat niet gewoon uit. Aan wiens kant staat de overheid eigenlijk?" Van der Want heeft meer begrip voor de houding van de overheid. "Ze wil voorkomen dat ze het geld ten onrechte uitkeert, want dan krijg je natuurlijk niets terug."
Westerduin is na al die jaren nog steeds strijdbaar. "Ik doe het voor mijn vader en voor de andere mensen die al ouder zijn, in de hoop dat zij een goede afloop nog meemaken." "Mijn vader verloor al zijn spaargeld. Nu zit hij in een verzorgingstehuis en is hij een geknakt mens, een schim van wie hij was." Ook Loomans gaat door, zelfs "tot het bittere einde". "Ik ben vreselijk besodemieterd. Daarom wil ik iedereen waarschuwen voor dit soort praktijken."