VOORBURG/DEN HAAG - Aan wat eens een torenhoog probleem leek, blijkt nu vrijwel geruisloos een einde te zijn gekomen. Het mestoverschot, dat vele kabinetten jarenlang in de greep hield, lijkt zo goed als opgelost.

Dat heeft een woordvoerder van Landbouwminister Laurens Jan Brinkhorst gisteravond bevestigd. Het mestoverschot is bijna opgelost dankzij de door Brinkhorst ingestelde opkoopregelingen voor veehouderijen die ermee willen stoppen.

Tot gisteren hebben zich al 2153 boeren aangemeld voor vrijwillige bedrijfsbeëindiging. De boeren krijgen in ruil voor stoppen een vergoeding van het ministerie.

Het ministerie verwacht dat vandaag, op de sluitingsdag van de regelingen, zich nog wat meer boeren zullen melden. In totaal vertegenwoordigen deze boeren formeel zo'n elf miljoen kilo aan mestrechten voor kippen, varkens en ander vee.

Volgens de woordvoerder van het departement worden met de sluiting van deze bedrijven in de praktijk echter minder meststoffen (fosfaat) 'uit de markt genomen' omdat de dieren door verbeterd voer al minder schadelijke mest produceren. "Maar het gaat aardig in de richting van de acht miljoen kilo fosfaat die was voorzien als het mestoverschot in 2003", aldus de zegsman, die nog een aantal slagen om de arm houdt omdat de aanmeldingen nog wel goedgekeurd moeten worden.

Hoewel het mestoverschot jarenlang als een molensteen om de nek van de Landbouw-ministers en de boeren heeft gehangen, steekt het departement niet de vlag uit nu het probleem opgelost lijkt te zijn.

"Iedere boer die stopt, is natuurlijk een moeilijk verhaal, dus bij ons geen opgetogen stemming", zegt de Landbouw-woordvoerder, "maar het is niet verkeerd dat er zoveel mest uit de markt is gehaald. Dat is ook goed voor de boeren die overblijven, omdat de druk weg is." De zegsman verwacht dat de nieuwe, aangescherpte mestwetgeving nu zonder veel problemen ingevoerd kan worden.

Dat het al jaren moeizaam gaat in een aantal sectoren van de landbouw, werd gisteren ook nog eens geïllustreerd door cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Volgens het CBS stoppen momenteel gemiddeld per week 90 boeren met hun bedrijf. Volgens het onderzoeksinstituut nam in de periode tussen 1 april 2000 en 1 april 2001 het totaal aantal boerenbedrijven met liefst 5 procent af.

De afname weerspiegelt een trend die al jarenlang in de Nederlandse landbouw aan de gang is. Sinds 1987 is het aantal landbouwbedrijven met maar liefst 30 procent (39.000) afgenomen. Het ging vooral om gemengde bedrijven en intensieve veehouderijen.

Hoewel er steeds minder boerenbedrijven zijn, worden de bedrijven die overblijven steeds grootschaliger. Sinds 1987 kwam er gemiddeld per boerenbedrijf 5,2 hectare bij. Ook de productie per bedrijf nam toe, tussen 1 april 2000 en 1 april 2001 met 3,5 procent. Het aantal mensen dat werkzaam is in de agrarische sector daalde opnieuw, maar minder sterk dan het aantal bedrijven, aldus het CBS.

zoek naar gerelateerde artikelen

wo 31 oktober 2001