SJANGHAI - Met subtiele woorden hebben de Chinese president Jiang Zemin en zijn Amerikaanse collega George W. Bush aangegeven dat zij weliswaar partners zijn in de strijd tegen het terrorisme, maar dat zij ieder hun eigen agenda hebben.
De twee staatshoofden spraken hun samenwerking uit op hun allereerste ontmoeting in Sjanghai, gisteren, ter voorbereiding van de APEC, het forum voor economische samenwerking van landen rond de Stille Oceaan.
"We hopen dat de anti-terrorisme aanpak duidelijke doelen uitkiest, de doelwitten nauwkeurig raakt en zorgt dat er geen onschuldige slachtoffers vallen", zei Jiang, die voorts hoopte dat de Verenigde Naties een grotere rol gaan spelen in de mondiale aanpak van het terrorisme. De interpretatie van deskundigen was dat Peking niet wil dat de strijd tegen het terrorisme een Amerikaanse campagne wordt.
Bush van zijn kant zei dat de oorlog tegen terrorisme "nooit een voorwendsel mag zijn voor de vervolging van minderheden". Daarmee verwoordde hij de Amerikaanse bezorgdheid over de harde aanpak van moslim separatisten in de westelijke Chinese provincie Xinjiang.
Vandaag vindt de echte top plaats van regeringsleiders van de APEC-lidstaten, onder wie de Russische president Vladimir Poetin en de Japanse premier Junichiro Koizumi. Alleen Taiwan ontbreekt op de conferentie na een dispuut over de vertegenwoordiging van het eiland.
Ook Poetin, die vandaag Bush ontmoet, mengde zich gisteren direct in het debat over de aanpak van het terrorisme. Hij wees erop dat er geen internationale definitie van het begrip terrorisme bestaat. "Wij moeten de middelen scheppen om dergelijke bedreigingen snel en efficiënt aan te pakken", zei hij. De Russische regering kampt met het probleem dat haar strijd tegen wat zij separatisme en terrorisme van Tsjetsjeniërs noemt, door andere landen en instanties als een vrijheidsstrijd wordt beoordeeld.