HOENDERLOO - Een historisch document op fotopapier van drie Molukse spelers in het shirt van Oranje ging door onfortuin op het laatste moment de mist in. Terwijl de kersverse vader Giovanni van Bronckhorst via de voordeur het trainingskamp van het Nederlands elftal in Hoenderloo betrad, zocht Bobby Petta noodgedwongen de uitgang op. Vroegtijdig afgehaakt met een hamstringblessure. De enige constante factor van het trio Molukkers is Denny Landzaat, de jongste en Amsterdammer tussen twee Rotterdammers.
|
Denny Landzaat.
|
"Uniek toch, drie geselecteerde Molukkers voor Oranje. Vroeger vocht ons volk voor de Nederlandse driekleur in Indonesië; nu verdedigen wij dezelfde driekleur als voetballers op het veld. Zoiets doet me veel. Natuurlijk sta ik daarbij stil, zoals de hele Molukse gemeenschap in Nederland."
Voor Landzaat, Van Bronckhorst en Petta hebben Simon Tahamata, Sonny Silooy en Bart Latuheru ooit als jongens met een Molukse achtergrond het shirt van Oranje gedragen. "Simon is een icoon. Voor ons allemaal. Oom Simon, zo heet hij voor alle Molukkers. Hij heeft veel goeds betekend voor onze gemeenschap. Onze held. Molukkers zitten door heel Nederland en toch zijn we een kleine, hechte gemeenschap. Op feesten en partijen kom je elkaar allemaal tegen. Op zo'n feest ben ik ooit voorgesteld aan Tahamata. Hij speelde toen bij Feyenoord."
Evenals Tahamata is Willem II-middenvelder Landzaat zich bewust van zijn afkomst hij heeft een Nederlandse vader en Molukse moeder en wil zich inzetten voor de Molukse zaak. "Wij zijn regelmatig in het nieuws en dan ben je verplicht wat van je te laten horen als Molukker. Ik voel me nauw verbonden met wat het Molukse volk overkomt in Indonesië. Ze zijn daar in een oorlog en dat wordt nauwelijks beseft in Nederland en de rest van de wereld."
De voetballers trachten nu mee te werken het probleem op de kaart van de internationale gemeenschap te zetten. De stichting Hardtvoor Maluku, met daarin diverse spelers als Landzaat en Tahamata, vertolkt een voortrekkersfunctie. Deze week kreeg de stichting Stadion Feyenoord in gebruik om volgende zomer een wedstrijd te organiseren van het Nederlands elftal met een sterke Molukse inbreng tegen een wereldelftal. Landzaat: "Het is nog niet zover, maar het begin is gemaakt. Ik kijk naar het evenement uit. Uiteraard is het de bedoeling geld op te halen om het leed met een megadonatie te verzachten. Als daar wereldvoetballers staan en het overal op televisie wordt uitgezonden, kunnen we de problematiek tevens beter onder de aandacht brengen in Nederland en daarbuiten. Uiteindelijk moet de internationale gemeenschap een vredesmacht sturen om de Molukkers te beschermen zodat ze weer normaal kunnen leven."
Volgens Landzaat is het toeval dat drie Molukse voetballers staan te trappelen om voor Oranje te spelen. En het niveau voor een uitverkiezing hebben. ,,Wel wordt op straten in Molukse wijken en in steegjes nog veel gevoetbald. Ik deed het vroeger ook. Toch is er geen typische Molukse voetballer hoewel het beeld bestaat van kleine, snelle, technische pingelaar. Maar zo ligt het niet. Misschien Petta, maar Van Bronckhorst en ik passen daar niet in en ik ken wat zaalvoetbalteams waar van die grote Molukse beukers staan."
Na het afhaken van Petta hoopt Landzaat morgen samen met Van Bronckhorst in actie te komen. Twee Molukkers in Oranje. Niet voor het eerst want in de met 2-0 gewonnen show op White Hart Lane tegen Engeland speelden ze al 17 minuten samen. "De mensen zullen wederom trots op ons zijn. Zoals ze ook waren bij de eerste uitverkiezing. Iedereen in de Molukse gemeenschap leeft met je mee. Die wil je niet teleurstellen. En door goed te voetballen krijg je de kans om de problemen daar onder ieders aandacht te brengen."