EDMONTON - Niet het goud van de Amerikaanse Stacy Dragila, maar een nieuwe blunder van de organisatie zorgde gisteren na afloop van de finale polsstokhoogspringen voor vrouwen voor de meeste consternatie. De finale tijdens de WK atletiek in Edmonton liep ernstige vertraging op doordat officials tot twee keer toe verzuimden de balk op de juiste hoogte te leggen. Er ontstond vervolgens grote verwarring onder de deelneemsters, de coaches en de officials, die zich geen raad met de situatie wisten.
Uiteindelijk, na veel geharrewar, kregen sommige atletes een extra poging toegekend. De WK-organisatie kwam eerder deze week ook al in opspraak, doordat bij de series op de 100 meter de windmeters het begaven. Hierdoor kon onder andere de door Troy Douglas gelopen tijd van 10,09 niet erkend worden als Nederlands record.
Dragila had na afloop geen goed woord over voor de organisatie. "Men moet zorgen voor goede apparatuur en voor mensen met kennis van zaken. We hadden hier een wereldrecord kunnen springen", tierde ze. De finale was desondanks het aanzien meer dan waard. Zowel Dragila als de Russische Svetlana Feofanova wipte over 4,75 meter. De Amerikaanse had op 4,65 echter een poging minder nodig gehad dan haar concurrente en prolongeerde daardoor haar wereldtitel. Pogingen van zowel Dragila als Feoganova op 4,82, een centimeter boven Dragila's wereldrecord, mislukten. Aansprekend was verder de manier waarop de Brit Jonathan Edwards de wereldtitel bij het hinkstapspringen voor zich opeiste. Met zijn sprong van 17,92 meter, een beste jaarprestatie, bleef hij zijn naaste belagers bijna een halve meter voor.