TARBES - Afgelopen zondagavond, vlak voordat hij naar bed ging, keek Erik Dekker eens op zijn horloge. "Jongens, het is nu elf uur", zei hij statig tegen de rest van de ploeg. "Dat betekent dat over een uur onze Tour eindelijk van start gaat." Er werd enigszins geschaterd van het lachen, maar zijn boodschap paste bij de doelstelling die de Rabobank-formatie voor deze Tour had. De derde week moest de ploeg er immers staan. Met twee ritzeges en één dag de gele trui is deze ronde echter voor de Rabo's al meer dan geslaagd.
"Toch voel ik me nu beter dan in de eerste week", concludeert Dekker, die bewust later in vorm wenste te komen om zo de komende maanden zijn leidende positie in de Wereldbeker te verdedigen. "In de rit naar Luz-Ardiden merkte ik al dat de benen goed waren. In de eerste week heb ik mezelf enigszins verrast. Ik was helemaal niet zo goed, maar in de vlakke ritten kan het af en toe meezitten. Op weg naar Antwerpen, waar Marc Wauters won, en naar Pontarlier voelde ik me goed en konden we het afmaken. De komende dagen zal ik weer proberen in de aanval te gaan, maar je moet vooral ook het geluk hebben."
Ploegleider De Rooy benadrukt dat tien ploegen nog met lege handen staan. ONCE, Lotto, Mapei, Lampre, Domo-Farm Frites, Banesto, Cofidis, Jean Delatour, Big-Mat en Française des Jeux zullen daarom de komende dagen absoluut het offensief kiezen. "Zeker omdat er nauwelijks meer sprinters aanwezig zijn, zal er iedere dag een groep van acht à vijftien man wegrijden. Meestal ontstaan die groepen al tussen nul en vijftig kilometer. Onze renners zullen zo vaak mogelijk moeten meespringen. Er liggen zeker nog kansen. Als je echter niemand mee hebt in zo'n groep, worden het hele lange dagen."