DEN HAAG - Een nachtmerrie voor ondernemers. Het initiatief-wetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie om werknemers nog meer zeggenschap te geven over hun arbeidstijden wordt pas begin september behandeld in de Tweede Kamer, maar houdt werkgevers al tijden flink uit de slaap.
Belangrijkste onderdeel van het voorstel is het recht voor werknemers om werken op zondag te weigeren. "Voor werkgevers is het alsof het stuur van de onderneming uit hun handen wordt geslagen", zo verwoordt voorzitter Jacques Schraven van werkgeversorganisatie VNO-NCW de vrees van zijn achterban.
In de aanloop naar de behandeling van het wetsvoorstel begin september doet hij een laatste poging "de Tweede Kamer bestaande uit louter ambtenaren en onderwijzers, zo zou je haast denken" wat meer realiteitszin bij te brengen. De kans daarop lijkt echter klein. Niet omdat het gros van de Kamerleden nu op het strand ligt of in de Alpen aan de wandel is, maar omdat alleen de VVD-fractie in de Kamer bezwaren heeft tegen het formaliseren van de zondagsrust. Een grote meerderheid kiest voor wetgeving om de 24 uurs-economie af te remmen.
VNO-NCW benadrukt dat "sinds 1950 het percentage van de beroepsbevolking dat op zondag werkt niet is toegenomen, ook niet toen in 1996 de Winkelsluitingswet werd aangepast". Recente cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau tonen verder aan dat de eveneens in 1996 uitgebreide Arbeidstijdenwet niet heeft geleid tot meer onregelmatig werken.
Schraven begrijpt dan ook niet goed "waarop de Kamermeerderheid zijn angst voor een doorschietende 24 uurs-economie baseert. Bij mijn weten is het wetsvoorstel vooral gebaseerd op een gevoel, niet op feitelijk onderzoek".
Schraven erkent dat de zondag nog altijd door een meerderheid van de Nederlanders als rustdag wordt ervaren. "Maar de invulling ervan is wel sterk veranderd: van kerkgang naar familie-uitjes. Als winkels, pretparken en cafés op zondag open zijn, dan is dat omdat er een maatschappelijk draagvlak voor is."
Als PvdA en ChristenUnie hun zin krijgen, heeft dat onmiskenbaar grote gevolgen voor de ongeveer 700.000 ondernemingen in ons land. Werkgevers maken nu (naast uitzonderingen op basis van geloofs- en gewetensbezwaren) voornamelijk collectieve afspraken over werktijden. Individuele werknemers kunnen hun wensen neerleggen bij de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
Straks echter moet een ondernemer in zijn beleid rekening gaan houden met persoonlijke wensen van zijn medewerkers. Schraven "zou zich wel twee keer bedenken dan nog een bedrijf te starten". Hij doelt hiermee op de optelsom van de recent verworven rechten van werknemers om zelf te bepalen of ze willen werken, wanneer en hoe lang. Het gaat daarbij respectievelijk om nieuwe verlofregelingen voor zorg- en calamiteiten), meer zeggenschap over vakantiedagen en de nieuwe Deeltijdwet.
Werknemers mogen straks dus hoogstwaarschijnlijk werken op zondag weigeren. Een werkgever mag bovendien in een sollicitiatieprocedure zijn nieuwe medewerker hier niets over vragen. Weigeren kan overigens niet als het zondagswerk 'uit de aard van de arbeid' voortvloeit, zoals in de zorgsector, de horeca en het openbaar vervoer. Zondagsarbeid weigeren kan alleen als dit voortvloeit uit bedrijfsomstandigeden, zoals bij helpdesk-medewerkers, servicemonteurs, tentoonstellings- en wegenbouwers en in de detailhandel.
Dit levert volgens VNO-NCW "in tegenstelling tot nu, veel conflicten op omdat een scherpe scheiding van beide criteria nu ook al moeilijk is te maken. Tevens leidt dit tot onrust op de werkvloer, als de ene werknemer wel zijn recht haalt en zijn collega het extra werk moet opknappen. Hoe kleiner het bedrijf, hoe groter dit risico."