STRAATSBURG - Het europarlement heeft gisteren met overgrote meerderheid ingestemd met het zogeheten 'volgrecht' in de kunst. Dat betekent dat beeldend kunstenaars vanaf 2006 bij doorverkoop van hun kunstwerken steeds weer een percentage krijgen, te betalen door de nieuwe koper. Die vergoeding kan maximaal 27.500 bedragen en wordt alleen toegekend als de kunst wordt verkocht via een galerie of veilinghuis, uiteraard alleen in Europa.
Ook erfgenamen van de kunstenaars kunnen volgrecht claimen, dit tot 70 jaar na de dood van de kunstenaar. Het europarlement, dat in deze zaak volledig medebeslissingsrecht heeft, stemde gisteren met 405 tegen 101 stemmen voor deze 'blijvende' vorm van auteursrecht op beeldende kunst.
De meeste Nederlandse en Britse europarlementariërs stemden tegen, zij vrezen dat kunst zo extra duur wordt of dat de grote veilinghuizen worden omzeild. Immers, bij verkoop rechtstreeks van particulier tot particulier geldt het volgrecht niet.
Nederland, Oostenrijk en Engeland kennen momenteel dit volgrecht nog niet, de meeste andere landen hebben wel een soortgelijke regeling. Vandaar dat het veilingwezen in Nederland en Engeland zo'n hoge vlucht heeft genomen (Sothebys, Christies). Vanaf 2006 geldt dus een uniforme procedure in de hele EU.