BANJA LUKA - Na Servië heeft nu ook de Bosnisch-Servische deelrepubliek Srpska de stap genomen om oorlogsmisdadigers uit te leveren aan het VN-Tribunaal in Den Haag. De regering van Srpska stelde gisteren een wetsvoorstel op tot samenwerking met het tribunaal.
Die stap kan, net als eerder in Joegoslavië, leiden tot de arrestatie en uitlevering van twee van de meest gezochte verdachten naast Slobodan Milosevic, de Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic en zijn generaal Ratko Mladic.
Dankzij enorme buitenlandse druk besloot de regering van de pro-westerse Bosnisch-Servische premier Mladen Ivanic tot het wetsvoorstel, dat de Servische leider vandaag zal voorleggen aan het tribunaal in Den Haag, voordat hij het zal indienen bij het parlement in de hoofdstad van de republiek Srpska, Banja Luka.
Net als een soortgelijk wetsvoorstel in Joegoslavië niet door het parlement werd aangenomen, verwachten analisten in Bosnië dat ook de Bosnisch-Servische volksvertegenwoordiging "nee" zal zeggen.
Het probleem voor Ivanic is dat Karadzic en Mladic nog steeds op vrije voeten zijn. Krstan Simic, een advocaat die ook de vroegere Bosnisch-Servische leider Biljana Plavsic heeft verdedigd, die eveneens in Den Haag geïnterneerd is, zei gisteren te verwachten dat ondanks bezwaren van het lokale parlement, na de uitlevering van Milosevic de druk te groot is op de republiek Srpska om Karadzic en Mladic vrijuit te laten gaan.
Hoewel het net om de Balkan-oorlogsmisdadigers zich lijkt te sluiten, realiseert het tribunaal in Den Haag zich dat de eerste werkelijke daden van de Bosnische Serviërs nog op zich laten wachten. Het tribunaal heeft al vaker twijfels geuit over de werkelijke bereidheid van Banja Luka oorlogsmisdadigers op te sporen en uit te wijzen.