DEN HAAG - Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft onder leiding van staatssecretaris Monique de Vries broddelwerk geleverd bij de miljardenveiling van frequenties voor de nieuwste generatie mobiele telefonie, UMTS.
Dat blijkt uit een vertrouwelijk onderzoek dat in opdracht van de Tweede Kamer is gehouden. Voor De Vries komt dit rapport op een lastig moment omdat zij samen met haar collega Van der Ploeg (Media) onder vuur ligt door ruzie met de Kamer over het veilen van de radiofrequenties.
In de Kamer ontstond vorig jaar na de zomer grote twijfel over het verloop van de veiling en de opbrengst die met 5,9 miljard gulden te laag werd geacht. Zo bracht een UMTS-veiling in Engeland ruim 80 miljard gulden op en haalden de Duitsers een dikke 110 miljard binnen. Volgens De Vries en minister Zalm (Financiën) was de kleine 6 miljard gulden echter het maximaal haalbare.
Vooral de gebrekkige voorbereiding en dito kennis van Verkeer en Waterstaat en het ontbreken van een duidelijke doelstelling van de veiling komen in het onderzoek pijnlijk naar voren. De Vries deed veel te weinig vooronderzoek naar de marktsituatie en had niet voldoende expertise in huis omdat men na een veiling voor digitale mobiele telefonie dacht over genoeg kennis te beschikken.
Ook werden adviezen in de wind geslagen waardoor met een veiling van slechts vijf frequenties nieuwkomers nauwelijks een kans om hadden een UMTS-kavel te bemachtigen.
De onderzoekers zeggen te weinig tijd te hebben gehad om de hoogte van de veilingopbrengst goed met andere Europese landen te kunnen vergelijken, maar geven aan dat De Vries waarschijnlijk veel geluk heeft gehad. Een vroegtijdig opstappen van een van de zes bieders was door het verkeerd gekozen 'zachte' minimumbod zeer wel mogelijk en zou 'ernstige financiële consequenties' hebben gehad.