AMSTERDAM - Tijdsdruk was er de oorzaak van dat het Delta Lloyd Filmfonds nooit van de grond is gekomen. Zo bleek gisteren tijdens het kort geding dat productiemaatschappij Pleswin van schrijver Leon de Winter en producent Eric Pleskow tegen Delta Lloyd Bank had aangespannen.
De overeenkomst van het filmfonds dateerde van 23 mei en was gesloten om te profiteren van fiscale voordelen voor filminvesteerders. De belangstelling hiervoor was groot en binnen de kortste keren zat er ƒ120 miljoen in het fonds om vier Engelstalige speelfilms te maken.
De belastingvoordelen golden echter maar tot 1 januari 2001. Dus toen eind december de zaak nog niet rond bleek forceerde Delta Lloyd een beslissing. Vroeg in de morgen van 22 december liet Delta Lloyd aan Pleswin weten rond het middaguur de deal definitief te willen sluiten en vroeg Pleswin de nodige documenten en contracten te overleggen.
Toen bleek dat een aantal zaken als auteursrechten en contracten met acteurs en regisseurs niet geregeld was besloot Delta Lloyd van het filmfonds af te zien. "Het hield gewoon op, er was teveel onzekerheid voor de investeerders", aldus woordvoerder Hans Koeleman.
Onterecht, zo vond de advocaat van Pleswin, Mr. Abraham Moszkowicz. Hij verweet het "relatief miniscule zakenbankje Delta Lloyd" onprofessioneel gedrag. Hij eiste dan ook dat het filmfonds alsnog van de grond komt zodat de vier films volgens plan geproduceerd kunnen worden. De kans hierop is uitgesloten aangezien Delta Lloyd een samenwerking met Pleswin niet langer gewenst acht. De uitspraak is op 12 juli.
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}