DEN HAAG - De aanklager van het Joegoslavië-Tribunaal, Mark Harmon, heeft gisteren acht keer levenslang geëist tegen de van genocide beschuldigde Radislav Krstic. De Bosnisch-Servische generaal Krstic stond in 1995 aan het hoofd van het Drina-corps ten tijde van de val van de moslim-enclave Srebrenica. Na de val zouden in totaal ongeveer 8000 moslimmannen zijn vermoord.
Aanklager Harmon verweet Krstic een gebrek aan morele moed. De Amerikaanse aanklager vroeg zich af of er wel een strafmaat bestaat die passend zou zijn voor de door Krstic gepleegde misdaden. De Bosnisch-Servische troepen liepen de Nederlandse blauwhelmen van Dutchbat onder de voet, waarna het ergste bloedbad in Europa sinds WO II zich voltrok.
Tijdens het tweedaagse slotpleidooi van de aanklager somde Harmon middels getuigenissen op hoe Bosnisch-Servische troepen in juli 1995 de mannelijke bevolking afvoerden, martelden, onthoofdden en vermoorden. De lijken werden in een poging de misdaden te verbergen in massagraven gestopt en enkele maanden later herbegraven in een grootschalige cover-up operatie. Bij deze "gecoördineerde militaire operatie" was Krstic verantwoordelijk voor de acties van zijn ondergeschikten.
Vandaag en morgen neemt de verdediging van Krstic het woord voor haar slotpleidooi. Maar het zal nog maanden kunnen duren voordat de drie rechters tot hun vonnis komen. Mochten de rechters Krstic schuldig achten voor genocide, dan zal het de eerste keer zijn dat een verdachte bij het Joegoslavië-Tribunaal voor volkerenmoord wordt veroordeeld.