STOCKHOLM - Máxima Zorreguieta, de verloofde van prins Willem-Alexander, heeft gisteren in Zweden haar been gebroken. Het ongeluk gebeurde even na het middaguur toen de onfortuinlijke Máxima tijdens een wandeling op het eilandje Askö, 80 kilometer ten zuiden van kust van Stockholm, uitgleed op een natte rots.
Bij de wandeling waren ook prins Willem-Alexander, koningin Beatrix, prins Constantijn en prinses Laurentien aanwezig. De verloofde van de prins is onmiddellijk per boot afgevoerd naar het ziekenhuis waar een breuk vlak boven haar rechterenkel werd geconstateerd.
Máxima en Willem-Alexander keerden gisteravond samen met koningin Beatrix terug naar huis. Rond half negen waren de drie weer in Nederland.
"Prins Constantijn en prinses Laurentien zijn achtergebleven om het afsluitende feest mee te maken", vertelde de woordvoerster van het Zweedse hof, Elisabeth Wahlberg.
Het koninklijke gezelschap was in Zweden om de festiviteiten rond de zilveren bruiloft van koning Gustaf en koningin Silvia bij te wonen. Het uitstapje naar Askö was onderdeel van de viering. Het eilandje dat vlak voor de kust van het stadje Trosa ligt, is eigendom van koning Gustaf. Hij kreeg het toen hij vijftig jaar werd als cadeau van de schatrijke Zweedse zakenfamilie Wallenburg. Het is een schitterend natuurgebied.
De ongeveer honderd andere gasten hebben met medeleven gereageerd op de glijpartij van Máxima. "Het feestprogramma ging daarna wel gewoon door, maar men vond het erg jammer voor haar dat ze er niet meer bij kon zijn", aldus Wahlberg.
Hoe Máxima heeft kunnen uitglijden is niet geheel duidelijk. Het is bekend dat ze een ervaren wandelaarster is. Regelmatig trekt ze er met Willem-Alexander op uit voor voettochten. Onder ander vorig jaar zomer nog in de bergen bij het Oostenrijkse Lech.
De prins en zijn verloofde gaan aanstaande vrijdag op bezoek bij de de leden van de Rijks ministerraad. Zoals het er nu naar uit ziet gaat dit bezoek gewoon door. "Mogelijk in een iets aangepaste vorm, maar dat hangt af van de ontwikkelingen de komende dagen", aldus een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst.