GAZA/JERUZALEM - Israël en de Palestijnen hebben zich gisteren, een dag na de Israëlische luchtaanvallen op Gaza en Ramallah voorbereid op een lang en gewelddadig conflict. De Europese Unie en de Verenigde Staten riepen de strijdende partijen op te stoppen met het geweld. Maar de fronten tussen Israël en de Palestijnen verharden zich alleen maar. Gisteren kwamen weer drie Palestijnen om het leven.

De Fatah-beweging van de Palestijnse leider Jasser Arafat dreigde met aanvallen te beginnen, als Israël Palestijnse steden blijft bestoken.De Israëlische premier Ariel Sjaron beraadde zich met zijn voornaamste ministers over verdere militaire actie.

Sjaron heeft samen met de minister van Buitenlandse Zaken Peres en diens collega van Defensie Ben-Elieser volmacht van het kabinet gekregen over toekomstige militaire stappen te beslissen.

De Palestijnse leider Jasser Arafat heft de handen ten hemel als hij de resten van door het Israëlische leger verwoeste Palestijnse huizen in ogenschouw neemt. (Foto: EPA)

Arafat waarschuwde: "Dit is het begin van een Israëlische escalatie van honderd dagen. Maar de intifada, de Palestijnse opstand, gaat door totdat "de Palestijnse vlag op de muren, de moskeeën en de kerken van Jeruzalem kan worden gehesen". De villa van Arafat in Gaza raakte woensdagavond door luchtaanvallen beschadigd.

De Amerikaanse president Bush waarschuwde voor de escalatie van het geweld in het gebied. Bush riep met name Arafat op "luid en duidelijk op een voor de Palestijnen begrijpelijke wijze het geweld af te zweren". (AP/AFP/Reuters)

vr 30 maart 2001