UTRECHT - De afvalberg in Nederland groeit spectaculair. Tussen 1996 en 1998 steeg de hoeveelheid huishoudelijk afval van bijna 6,2 miljoen ton naar ruim 6,6 miljoen ton per jaar. Bij ongewijzigd beleid dreigt het aanbod toe te nemen tot meer dan 8,5 miljoen ton in 2011.
Deze ontwikkeling leidt tot grote problemen. "Onze verbrandingscapaciteit is hierop niet berekend", licht mevrouw A. Boos van het Afval Overleg Orgaan (AOO) toe. "Er zijn dringend maatregelen nodig om te voorkomen dat we in de nabije toekomst meer afval moeten gaan storten, want dat is uit oogpunt van het milieu onwenselijk."
Terwijl Nederlanders als gevolg van de stijgende welvaart steeds meer huisvuil aanbieden, neemt de bereidheid om afval te scheiden af. De taakstelling van gemeenten voor de gescheiden inzameling van oud papier en karton (85 procent), glas (90 procent), textiel (50 procent) en groente-, fruit- en tuinafval (60 procent) wordt hierdoor bij lange na niet gehaald.
Vooral de randstad blijft met een gemiddeld percentage van 36 procent vér achter. Hierdoor neemt de problematiek nog toe.
Om deze ontwikkeling te keren stelt de rijksoverheid tot 2004 jaarlijks 15 miljoen gulden beschikbaar voor maatregelen ter stimulering van afvalscheiding en -preventie. Het is de bedoeling dat alle gemeenten hiervoor een eigen plan op maat opstellen. Gemeenten die erin slagen de afvalproductie van hun inwoners in te dammen, worden daarvoor financiëel beloond.
"Gescheiden aanbieding van bijvoorbeeld papier, glas en gft leidt tot een toename van het hergebruik", aldus de woordvoerster van het AOO. "En door afvalpreventie vermindert het aanbod. Als mensen bijvoorbeeld flessen in plaats van pakken melk kopen en een boodschappentas meenemen in plaats van een plastic tasje te accepteren, heeft dat enorme positieve gevolgen voor de omvang van het afvalprobleem."
Om te voorkomen dat elke gemeente het wiel opnieuw uitvindt, brengt het AOO de komende tijd bestuurders en ambtenaren samen. De achterliggende gedachte daarbij is dat successen bij de ene gemeente de andere zal stimuleren.