FNV Bondgenoten, met 500.000 leden de grootste vakbond van ons land,
wil de komende jaren in alle cao's bepaalde vormen van prestatiebeloning
mogelijk maken. Het is de eerste keer in de geschiedenis van de Nederlandse
vakbeweging dat een grote vakbond hiertoe overgaat. De extra beloning
moet bovenop de collectieve loonstijging worden gegeven.
Bondgenoten schuift hiermee enigszins op in de richting van de werkgevers,
die de lonen in de toekomst liever willen afstemmen op de productie van
werknemers. Werkgeverskoepel VNO-NCW zou graag een einde maken aan het
fenomeen van automatische loonsverhogingen, zoals de jaarlijkse periodieken.
Opvallend is dat bij Akzo Nobel, waar momenteel cao-onderhandelingen plaatsvinden,
Bondgenoten nog elke vorm van prestatiebeloning afwijst.
Vooral voor de vakbondsleden binnen de traditionele sectoren en branches
is elke vorm van prestatiebeloning als vloeken in de kerk. Bij de Bondgenoten-achterban
overheerst de angst voor het verlies van zeggenschap over de arbeidsvoorwaarden
en het verkwanselen van de zwaar bevochten 36-urige werkweek.
Op het eerste vierjaarlijkse congres van Bondgenoten dat aanstaande woensdag
begint en waar het beleid voor de komende jaren wordt vastgesteld, zal
de koerswijziging naar verwachting inslaan als een bom. Tevens zal de
cao-à-la-carte de discussie bepalen. De individuele werknemer moet
namelijk meer keuzes in zijn arbeidsvoorwaarden kunnen maken, zo vindt
de top van Bondgenoten.
Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat ruim de helft van alle werknemers
in ons land graag meer vrijheid wil bij het samenstellen van zijn arbeidsvoorwaardenpakket.
Het privé-leven speelt daarbij ook een steeds grotere rol. De ene
werknemer heeft extra dagen nodig voor een studie, de ander wil een huis
kopen en heeft dringend extra geld nodig.
Volgens
Kees Korevaar, bestuurder en ideoloog van Bondgenoten, is de trend van
flexibele arbeidsvoorwaarden en individualisering dan ook niet meer te
keren. "Het is even slikken, maar uiteindelijk zullen onze leden daar
toch aan moeten wennen." Hij doelt vooral op de traditionele achterban
bij de overheid en geheel of deels geprivatiseerde staatsbedrijven als
KLM, Hoogovens en de Nederlandse Spoorwegen.
Omdat het de megavakbond menens is, wil men zo goed mogelijk voorbereid
zijn op de kritiek uit eigen kring. Eind vorige week werd daarvoor een
proefdiscussie gehouden met kaderleden uit de industriesector, een sector
waar men ook niet zit te wachten op de voorgestelde koersverandering.
"We ondervonden veel tegenstand en onbegrip, vooral van oudere kaderleden",
zegt Korevaar.
Hij vindt het toepasselijk dat juist Henk Krul, die op het congres afzwaait
als Bondgenoten-voorzitter, deze discussie over modernisering leidt. "Krul
heeft in de jaren '90 tot '95 als voorzitter van de Industriebond FNV
de basis gelegd voor dit nieuwe denken. Ik hoop dat hij op het congres
hiervan de vruchten plukt," aldus Korevaar.
Bondgenoten spreekt overigens liever over 'ontwikkelingsbeloning' dan
over prestatiebeloning. Uit de beschrijvingsbrief voor het congres wordt
duidelijk dat werknemers die "breed inzetbaar zijn in meerdere taken"
of hun inzetbaarheid vergroten door "extra scholing en ontwikkeling" in
aanmerking komen voor extra beloning. "Dit moet willekeur op grond van
een zogenaamd gemeten prestatie of mooie blauwe ogen voorkomen", zegt
Korevaar.
De cao-à-la-carte ziet Bondgenoten de komende jaren juist als
middel om de zeggenschap van arbeidsvoorwaarden te vergroten. Ook deze
koerswijziging is aan voorwaarden verbonden. Alleen ondernemingen met
een fatsoenlijk sociaal beleid en goede arbeidsverhoudingen komen in aanmerking.
De megavakbond wil werknemers vooral de keuze bieden tijd te sparen of
de gespaarde tijd te verkopen voor geld.