Grootscheepse aanval op Grozny

GROZNY, maandag

De Russen hebben gisteren de hele dag luchtaanvallen uitgevoerd op de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny. Volgens de Tsjetsjeense rebellen kostten de aanvallen aan zeker 18 burgers het leven. Rusland zei in 24 uur tijd in heel Tsjetsjenie minstens 120 rebellen te hebben gedood.

De ondercommandant van de Russische strijdkrachten in de Kaukasus, Gennadi Trosjev, zei dat het offensief op Grozny in een "beslissende fase" is aangeland en dat het leger na een korte onderbreking weer op krachten is. Met dat laatste doelde hij kennelijk op de verovering afgelopen week van twee Tsjetsjeense steden door de rebellen, die inmiddels weer in handen zouden zijn van de Russen. "Het Russische leger zal Tsjetsjenië niet verlaten voor de laatste bandiet is vernietigd", zei Trosjev.

In de oorlog van 1994-'96 leden de Russische grondtroepen in Grozny enorme verliezen. Om een herhaling hiervan te voorkomen hebben de Russen er dit keer voor gekozen de stad maandenlang te bombarderen en van buitenaf te beschieten. Slechts kleine groepen soldaten zijn de stad ingestuurd om te proberen terrein te winnen.

Vorig weekeinde werd het offensief op Grozny tijdelijk gestaakt, onder meer omdat de Russen op onverwacht felle tegenstand stuitten van de rebellen. Een teken dat de Russen optimistisch zijn over hun vorderingen in Tsjetsjenie vormde gisteren de verhuizing van de Russische regeringsmissie voor Tsjetsjenië van Mozdok in de buurrepubliek Ingoesjetië naar Goedermes, de op een na grootste stad van Tsjetsjenië.

Tsjetsjeense kinderen trekken en duwen een kar met humanitaire hulpgoederen in Sleptsovskaya bij de grens met Ingoesjetië, waar zo'n 175.000 Tsjetsjenen bivakkeren die zijn gevlucht voor de Russische bombardementen.

FOTO: EPA