Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsLink
NieuwsFocus
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
Huizen
NetMail
ChatWeb
Interman
Veilinghal
Privé
Siteshopper
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 
 

vrijdag
24 december 1999
 

[Vacatures]
[Autosite]
[Veilinghal]
[Siteshopper]
[BOL]

Hij is op dit moment de meest gezochte man van Groot-Brittannië. De meest gehate ook. Menigeen zou hem het liefst willen lynchen of vierendelen. Dick van Velzen, patholoog-anatoom en Nederlander, zou in de vijf jaren dat hij in het Alder Hey kinderziekenhuis te Liverpool werkte, honderden kinderlijkjes zonder toestemming van de ouders hebben ontdaan van hun hersenen, nieren en longen. Hij bewaarde de organen in potten heimelijk in de kelder, werd gesuggereerd.

Voor de Britse pers, met name de sensatie beluste tabloids, is Van Velzen de verpersoonlijking van Doctor Death, the bodysnatcher. 'Een slager, een monster!' schreeuwden de boulevardbladen vanaf hun voorpagina's. In hun jacht op de hoogste losse verkoop is dokter Van Velzen het middel dat het doel heiligt. Maar sinds donderdag beschikt de zwaar belaagde Nederlandse arts over een officieel tussenrapport van een onafhankelijke Britse onderzoeker. In het verslag wordt het betreffende Britse ziekenhuis, en niet zozeer Van Velzen, verantwoordelijk gesteld voor de wantoestanden.

Nederlands patholoog-anatoom
Van Velzen ontkent beschuldigingen

door RENÉ STEENHORST - DEN HAAG, vrijdag

De sollicitatie van patholoog-anatoom D. van Velzen (50) bij het Westeinde Ziekenhuis te Den Haag was een maand geleden nog niet volledig rond, toen aan de andere kant van Het Kanaal de hel losbrak.

Patholoog-anatoom dr. D. van Velzen, schietschijf van de Britse media: "Het is gewoon Kafkaans!"

FOTO: HANS PETERS

Dr. Dick van Velzen was ineens het middelpunt van een gigantisch 'orgaanschandaal', waarbij tientallen ouders van overleden Britse kinderen hem verweten dat hij zonder hun toestemming organen had verwijderd en deze jarenlang op sterk water had gezet.

"Een vreselijke toestand voor mij en mijn gezin. Maar ook een absolute nachtmerrie voor die ouders!", zegt Van Velzen. "Terwijl hen wel degelijk om toestemming voor obductie was gevraagd en zij deze ook hadden verleend. In nieuwe formulieren, die ik in 1989 al had laten aanpassen."

De gevolgen waren ook in Nederland, en zelfs in het Westeinde Ziekenhuis, onmiddellijk merkbaar. Van Velzen ijsbeert achter zijn microscopen, waarvan er vier staan opgesteld in zijn sfeerloze werkkamer op de afdeling pathologische anatomie in het Haagse ziekenhuis. Het is er druk: collega's en medewerkers lopen in en uit. Met uitslagen van 'weefselonderzoek' ter eindbeoordeling door Van Velzen.

"Enkele uren nadat ik was beschuldigd van absolute horrorpraktijken, zowel op tv als in de kranten, stormde hier ineens een Britse verslaggever bij de directie binnen. Met in zijn hand een exemplaar van één van de boulevardbladen. Op de voorpagina stond, in een vervolgens pagina's lange aantijging: 'Dít is hem!', met een grote foto van mij erbij. De verslaggever stelde felle vragen als: 'Hoe de directie het in zijn hoofd haalde om 'deze psychopaat' ik dus in dienst te willen nemen. Gelukkig steunen ze mij door dik en dun. Ze kennen me en weten dat ik geen Frankenstein-type ben."

Het is nu een maand verder en de weg naar rehabilitatie lijkt te zijn uitgezet. Want zó beschouwt Van Velzen het tussenrapport van dr. Stephen Gould, een kinderpatholoog die in opdracht van onder meer de Britse gezondheidsautoriteiten onderzoek deed naar de fel bekritiseerde opslag van vele honderden organen en weefsels van overleden kinderen in het Alder Hey-ziekenhuis. Verreweg de meeste kinderen waren al minstens tien jaar dood.

Veel mis

Dokter Van Velzen leest citaat na citaat voor uit het onderzoeksrapport, dat over enige tijd nog zal worden gevolgd door een officieel regeringsonderzoek naar de algemene situatie van orgaanopslag in Britse ziekenhuizen. "Daar is veel mis", zegt Van Velzen. De Nederlandse arts zegt de voorlopige uitkomsten van het Gould-rapport als "bepaald niet ongunstig voor mij" te ervaren.

Hij heeft zich gewapend voor dit gesprek. Hoezo wist het Alder Hey ziekenhuis van niets? Hoezo was zij niet op de hoogte van de al jarenlange aanwezigheid van een uitgebreide collectie organen in de kelder? Van Velzen toont verschillende bewijzen van zijn uitvoerige correspondentie met de ziekenhuisdirectie: "Op hoog niveau wist men reeds jaren van de problemen", zegt hij. "Ik ben daar in 1988 in dienst getreden. Was aangesteld als hoogleraar aan de Universiteit van Liverpool. Werkte daarnaast als onbezoldigd patholoog-anatoom in Alder Hey, kreeg er dus geen cent voor."

"Vrij kort na mijn binnenkomst in Alder Hey, heb ik de directie gewaarschuwd voor de problemen die zouden gaan ontstaan. Ik voorzag ze. Er was al sprake van een sterke onderbezetting en ik voorspelde dat er steeds meer werk zou komen. Dat gebeurde ook. Mijn voorgangers hadden de pathologie op 'goed geluk' bedreven. Ik was en ben een vakman. Wíst dat de kwaliteit van mijn arbeid werk zou aanzuigen. De hoeveelheid pathologische beoordelingen nam inderdaad sterk toe. Maar aan mijn verzoek om meer geld, middelen en mensen werd geen enkel gehoor gegeven. Ook in de jaren erna. Ik riep telkens om hulp, zei dat de potten met organen zich zouden opstapelen omdat wij niet toekwamen aan een eindverslag van de doodsoorzaak. Maar er kwam nooit antwoord, of een ontwijkend. Zo van: aan het tekort aan secretaresses wordt gewerkt. Maar daar ging het helemaal niet om."

Van Velzen leest voor uit zijn brieven aan de Alder Hey-directie uit 1990 en 1993 en toont uit die jaren een schriftelijke aanbeveling van zijn hand hoe de afdeling zou moeten functioneren. En, wat daartoe allemaal nodig was. "In vriendelijke woorden werd altijd de ontvangst bevestigd, maar vervolgens werd er weer niets mee gedaan. Dat is typisch Engels: als je niet praat over een probleem, dan bestáát het ook niet," zegt hij cynisch.

"Deze hele toestand, dit optreden van dit ziekenhuis is gewoon Kafkaans! Toen de hel losbrak was ik in Engeland. Voor vakantie, mijn vrouw is Engelse. Zij is ook medicus, haematoog, een bloeddeskundige. Ik ben onmiddellijk naar de advocaat van die ouders gegaan. Vaders en moeders, wier wereld ineens instortte nadat zij hadden gehoord van het bestaan van organen van hun overleden kinderen. Organen in potten in een kelder, terwijl de lichaampjes al jaren begraven of gecremeerd waren. Afschuwelijk! Ik heb die advocaat, Rex Makin, de brieven laten lezen. Hij sloeg om als een blad aan een boom. Zei mij: 'Ze hebben een rookgordijn willen leggen en hebben de schuld op jou geschoven. Zeer waarschijnlijk omdat ze dachten dat jij toch vér weg buiten Engeland was... Niet dus. Alles heeft mij bereikt."

Van Velzen voelt al wekenlang mee met de ouders, die opnieuw en op een heel crue wijze met de pijn en het verdriet van de dood van hun kind zijn geconfronteerd. "Ik heb hun advocaat aangeboden met een kleine vertegenwoordiging van de ouders te praten. De zaken uitvoerig uit te leggen. Zij zijn immers op een verkeerd idee gebracht door het ziekenhuis en door de media. Maar ik durf het werkelijk niet aan hen allemaal in een zaaltje te woord te staan. Ik kijk wel uit! Zoiets zal ongetwijfeld gigantisch uit de hand lopen. Door verdriet overmande vaders zullen het podium op klimmen en mij te lijf gaan, vrees ik."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




© 1996-1999 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl