Superjumbo in aantocht
door Pieter Nijdam - TOULOUSE, vrijdag
Een dubbeldeksvliegtuig voor duizend passagiers? Een lounge en bar
zoals in een vijfsterren hotel? Beneden in het ruim een heus binnenzwembad
en couchettes? Sciencefiction of realiteit? Als het aan de Europese vliegtuigbouwer
Airbus ligt rolt in 2005 de eerste superjumbo A3XX uit de hangar.
De Europese tegenhanger van de oude vertrouwde Boeing 747 moet het nieuwe paradepaardje worden van het in de Zuid-Franse stad Toulouse gevestigde Airbus Industries, tenminste als de vier partners in het Europese vliegtuigconcern definitief het groene licht geven.
Het Duitse Dasa, het Franse Aerospatiale-Matra, het Britse Bae Systems en het Spaanse Casa aarzelen nog. In een gemeenschappelijke verklaring wordt weliswaar de levensvatbaarheid van het project benadrukt, maar de hoge ontwikkelingskosten van ruim 25 miljard gulden vormen toch een groot risico.
Indien de afzet achterblijft bij de verwachtingen, kan het in één klap gedaan zijn met de Europese vliegtuigindustrie. De Amerikaanse concurrent Boeing lacht dan in zijn vuistje. Volgens Boeing zal de markt voor Jumbo's de komende twintig jaar verzadigd zijn met vierhonderd van deze toestellen. Airbus daarentegen, denkt dat in dezelfde periode behoefte is aan zo'n 1400 mega-size vliegtuigen. Na de zomer zal de Raad van Toezicht van Airbus de knoop doorhakken.
A3XX
Volgens ingewijden gaat het project alleen door, als enkele grote
luchtvaartmaatschappijen op voorhand bereid zijn de A3XX aan hun vloot
toe te voegen. Vandaar dat de verkopers van Airbus momenteel de deur van
Air France, British Airways, Lufthansa, KLM en enkele Aziatische concurrenten
plat lopen.
Qua afmeting is de 570 ton zware A3XX met een lengte van 79,4 meter kleiner dan de 85 meter lange en 510 ton zware Boeing 747-600, die momenteel wordt ontwikkeld. Waar de nieuwste 747 plaats moet gaan bieden aan 550 passagiers, beschikt de A3XX over 656 stoelen verdeeld over twee volwaardige dekken. Voor de Aziatische markt (met kleinere mensen) kan het aantal stoelen in de Europese superjumbo zelfs worden uitgebreid tot maximaal duizend. De actieradius van beide toestellen bedraagt ruim 14.000 kilometer.
Naast ruimte voor meer passagiers, was meer comfort het uitgangspunt van de ontwerpers van Airbus. "In de 21e eeuw zullen reizigers een luxueuze omgeving steeds meer op prijs stellen. Dat geldt voor auto's, supersnelle treinen, maar ook voor de vliegtuigen waarvan zij gebruik maken", meent Airbus-topman Noël Forgeard.
Zo wordt op verzoek de mogelijkheid geboden om beneden naast de vrachtruimte een klein zwembad of jacuzzi te plaatsen. Bovendien is er in de 'kelder' van het toestel ruimte voor sanitair en couchettes, waarvan bijvoorbeeld passagiers in de eerste of business-klasse gebruik kunnen maken. Bij de indeling van het interieur kregen de ontwerpers de opdracht om een indruk te wekken van zoveel mogelijk ruimte. Zo zijn er tussen de dekken brede trappen met wanden van onbreekbaar glas aangebracht.
Aan dit alles hangt natuurlijk een aardig prijskaartje. Het instapmodel, de A3XX-100 met ruimte voor 555 passagiers, komt op 440 miljoen gulden, wat net zo duur is als de huidige Boeing 747-400. Voor de luxueuzere A3XX-200 met honderd stoelen meer, dienen luchtvaartmaatschappijen maar liefst een half miljard gulden neer te tellen.
Airbus geeft toe dat de prijs aan de pittige kant is. "Maar", zo stelt
de directie. "Onze klanten verdienen hun investering vanzelf terug, want
dankzij de toepassing van de laatste technologie, liggen de exploitatiekosten
zo'n vijftien procent lager in vergelijking met de 747."
|