Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsLink
NieuwsFocus
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
Huizen
NetMail
ChatWeb
Interman
Veilinghal
Privé
Siteshopper
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 
 

donderdag
23 december 1999
 

[BOL]
[V & L informatica]
[Veilinghal]
[ABN AMRO]
[Matranortel]

De vragen na Helsinki

 

De Europese Top te Helsinki, eerder deze maand, gaf een ferme duw aan de uitbreiding van de Europese Unie (EU) en dus ook aan de Economische en Monetaire Unie (EMU). Met twaalf landen worden directe onderhandelingen gevoerd en Turkije kreeg, na lang aandringen, de status van kandidaat-lid.

Helsinki roept ten minste vier vragen op: welke voorwaarden gelden voor de toetreding tot de EU en EMU, wanneer zullen landen klaar zijn en wat gebeurt er met de euro? En tenslotte is het de vraag wanneer de EU zelf klaar is de nieuwe lidstaten toe te laten treden. Daartoe moeten de lidstaten uiterlijk december 2000 overeenstemming bereiken over de noodzakelijke verdragswijzigingen.

De Europese Top van Kopenhagen (1993) formuleerde drie criteria voor de start van de toetredingsonderhandelingen. De politieke voorwaarde regelt dat landen stabiele instellingen vestigen die democratie, rechtsstaat, mensenrechten en minderheden waarborgen en beschermen. Het economisch criterium stelt dat de economie levensvatbaar en opgewassen is tegen internationale concurrentie. Het acquis communautair criterium eist dat kandidaten alle vastgestelde verplichtingen van het EU-lidmaatschap nakomen en de politieke, economische en monetaire doelstellingen onderschrijven.

Opvallend is dat Helsinki afrekent met de indeling in twee groepen van kandidaat-landen. Tot dan behoorden Cyprus, Estland, Hongarije, Polen, Slovenië en Tsjechië tot de eerste groep omdat deze aan alle drie voorwaarden zouden voldoen. De tweede groep (zeer kleine landen) bestond uit Bulgarije, Letland, Litouwen, Roemenië en Slowakije. Deze voldeden nog niet aan de voorwaarden. Zo is de hervorming van een centraal geleide naar een vrije markteconomie nog onvoldoende en is de rechtsstaat soms problematisch. Helsinki heeft de status van deze landen met één pennenstreek veranderd en tevens Malta aan de lijst toegevoegd. Nu worden dus met twaalf landen directe onderhandelingen gestart; met kandidaat Turkije (nog) niet. Desondanks heeft met Turkije de uitbreiding van de EU een nieuwe dimensie gekregen: de oude grenzen van Europa worden opgerekt.

Wie wanneer lid wordt, hangt af van wanneer men finisht.

Eerst enkele gegevens. Als alle dertien kandidaten zijn toegetreden omvat de EU achtentwintig landen en is het aantal consumenten met 45% tot 550 miljoen toegenomen. Het bruto binnenlands product (BBP) neemt daarentegen slechts met 7% toe tot ongeveer 8100 mrd euro. Het inkomen per hoofd is dus relatief bescheiden.

De nieuwe groep kenmerkt zich voorts door een omvangrijke EU-handel (gemiddeld 57% van het totaal) en door een ongelijkmatige verdeling klein-groot. Turkije en Polen zijn op afstand de grootste economieën met ruim de helft van het aantal inwoners en 60% van het BBP. Vergeleken met Nederland is Turkije qua inwoners vier keer groter (64 miljoen), maar qua BBP de helft kleiner.

De beste kans voor toetreding maken de voorheen tot de eerste groep behorende landen en het piepkleine Malta. Men voldoet aan de drie voorwaarden, maar in de relatief grootste landen Polen, Tsjechië en Hongarije is de inflatie van tien procent een belangrijke concurrentie-handicap. Daarom acht ik een toetreding pas na 2002 opportuun, omdat dan ook pas de noodzakelijke institutionele aanpassingen zijn doorgevoerd.

Met de EMU gebeurt er vooralsnog niets. Voor deelname moet men eerst aan de bekende convergentiecriteria zoals een lage inflatie en een laag begrotingstekort voldoen. Hopelijk leidt politiek ongeduld niet tot verwatering van voorwaarden. Men heeft in ieder geval uitgesloten dat nieuwe EU-leden niet aan de EMU deelnemen, zoals Verenigd Koninkrijk en Denemarken hebben bedongen.

Na toetreding tot de EU zal het waarschijnlijk nog tenminste twee jaar duren voordat betreffende nieuwe landen ook de euro invoeren. Hopelijk zal voor die tijd de EMU-deelname van de weigeraars een feit zijn. De geloofwaardigheid van de euro wordt daarmee gediend. Het economische gewicht van deze landen vormt immers een belangrijke compensatie voor de opkomende economieën van de nieuwe leden. De nieuwe leden moeten op hun beurt de stabiliteitscultuur koesteren. Maar het is vooral het dossier politieke unie waarmee men ernst moet maken. Van unanieme naar meerderheidsbesluitvorming vereist politieke moed, maar is ook een krachtig signaal. Niet-Europese beleggers en investeerders moeten worden overtuigd, anders blijft de euro kortademig.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




© 1996-1999 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl