Dit zeggen bewoners van de Hoevense Beemden tussen Hoeven en Etten-Leur, die de met een grote vuurbal gepaard gaande botsing boven hun hoofd zagen gebeuren. Hun relaas maakt duidelijk dat de autoriteiten aanvankelijk uitgingen van een eenzijdig ongeval met de F-16 en dat niemand het verongelukte burgervliegtuig in de gaten had.

Pas toen de via haar schietstoel aan de dood ontsnapte F-16-pilote van de vliegbasis Twente voorafgaand aan de behandeling van haar lichte brandwonden bij de brandweer informeerde naar het lot van de inzittenden van het door haar geraakte sportvliegtuigje, werd duidelijk dat er een tweede toestel moest zijn neergestort. Kort daarop begonnen twee jachtvliegtuigen en een helikopter de zoektocht naar de Piper Sierra.

Nadat deze een kilometer verderop in de Ettense Beemden was getraceerd, troffen hulpverleners de twee zwaar verminkte stoffelijk overschotten aan in een weiland. De beide inzittenden, een zeer ervaren instructeur van de International Pilot Academy, en zijn leerling zijn waarschijnlijk meteen na de botsing overleden.

De familie Pijs aan de Rioolseweg, die zowel de brokstukken van de PA-28 als de overledenen op hun erf hadden liggen, meldt dat het minimaal drie kwartier duurde alvorens de eerste hulptroepen ter plekke waren. Ook andere getuigen, zoals de metselaar H. van Dongen en bewoner Van der Riet, spraken van een 'enorme vuurzee' waarna het lang duurde voordat er hulp kwam.

Vooralsnog is het dan ook volstrekt onduidelijk hoe de toestellen elkaar konden raken. Volgens zegsman H. Lichtenveld van de Raad voor Transportveiligheid gebeurt het zelden dat vliegtuigen in de lucht op elkaar botsen. De luchtmachtstaf in Den Haag kan niets over de oorzaak zeggen: "Dat moet de Raad samen met ons gaan uitzoeken", aldus zegsman majoor A. Fokkema. Het onderzoek zal naar verwachting enige maanden in beslag nemen.

Het ongeluk hoeft volgens ingewijden niet te zijn veroorzaakt door een overtreding van de minimale vlieghoogten. De jachtvliegers mogen niet onder de 330 meter hoogte vliegen. Deze hoogte kan en mag ook ruimschoots door de sportvliegtuigjes worden gehaald.

De directie van het vliegvels Seppe in Bosschenhoofd meldt bij monde van havenmeester Ossebaart diep geschokt te zijn door het ongeval, temeer omdat acht maanden geleden ook al enkele leden van de 50-jarige vliegclub om het leven kwamen toen ze na een bezoek aan een luchtvaarttentoonstelling neerstortten bij het Duitse Zenscheid.

Burgemeester Van Agt van Etten-Leur meent dat zijn gemeente aan een nog grotere ramp is ontsnapt: "We zijn door het oog van de naald gekropen. Ik moet er niet aan denken wat er zou zijn gebeurd als die F-16 op een woonwijk was gestort." De burgervader eist alle informatie over de achtergronden van het ongeval.

Zolang de brokstukken van beide vliegtuigen nog voor onderzoek in het gebied liggen, houdt de Mobiele Eenheid er een oogje in het zeil. De F-16 bevatte behalve kerosine ook het uiterst giftige en brandbare hydrazine. Omdat er geen direct gevaar voor de omwonenden was, heeft de brandweer het toestel 'gecontroleerd' laten uitbranden waardoor de giftige stoffen vervlogen. Boeren in de omgeving is geadviseerd de deuren en ramen dicht te houden.