Dna-test voor 150
mannen in moordzaak
door Bart Olmer
LEEUWARDEN, dinsdag
De moordenaar van Marianne Vaatstra is mogelijk een
bekende geweest van het zestienjarige meisje. Dit zegt justitie in Leeuwarden,
die ruim 150 mannen gaat vragen vrijwillig mee te werken aan een dna-onderzoek.
Een groot deel van deze verdachten behoort tot de kennissen- en vriendenkring
van Marianne.
Reden voor het speurwerk in Marianne's kennissenkring
is dat op de moordplaats opvallend weinig sporen zijn gevonden van een
worsteling, geweld of verzet. "Dat kan erop wijzen dat de dader heel erg
koelbloedig is geweest of een vriend, waarvan Marianne dacht dat ze daar
niets van had te vrezen", aldus justitie.
Ook van mannen "die in het verleden zijn veroordeeld voor levensdelicten
als moord en doodslag" wordt een dna-monster gevraagd.
De derde categorie bestaat uit "mannen die om een andere reden voor het
recherchebijstandsteam interessant zijn geworden, bijvoorbeeld omdat ze
door anderen als mogelijke dader zijn aangewezen of omdat zijn nabij de
plaats van het delict zijn geweest omstreeks het tijdstip van het misdrijf".
Justitie zegt dat onder de 150 personen ook asielzoekers
zitten, waarmee Marianne contact had in onder meer discotheken. Verdere
details over de identiteit van de 150 mannen geeft justitie niet.
Caravan
De familie Vaatstra wil weten of de Duitse eigenaar van een afgebrande
caravan op het asielzoekersterrein in Kollum ook dna moet afstaan. "Speurhonden
van de politie zijn direct van de plaats waar Marianne lag naar die caravan
gelopen, maar die brandde de dagen erna af." Vaatstra vermoedt dat er
opzet in het spel is.
Vader Vaatstra, die blij is met het dna-onderzoek, zegt er "bijna honderd
procent zeker" van te zijn dat Marianne niet is vermoord op de vindplaats,
maar in de caravan. "Ze lag in het weiland met haar hand onder haar hoofd.
Dat lijkt me een vreemde houding, als je wordt vermoord. Ik denk dat ze
op die plaats is gedumpt." Justitie houdt vast aan de lezing dat het meisje
is vermoord waar ze later is gevonden.
Bij de geselecteerde 150 mannen zal door een GGD-arts met een wattenstaafje
wangslijm worden afgenomen. Het Nederlands Forensisch Instituur (NFI)
te Rijswijk (voorheen het Gerechtelijk Laboratorium) vergelijkt de dna-profielen
met het spermaspoor dat is aangetroffen op het slachtoffer.
Het uitgebreide en zeer kostbare dna-onderzoek neemt naar verwachting
enkele maanden in beslag. De geselecteerde mannen krijgen binnenkort een
uitnodiging.
De wangslijmmonsters waarvan het dna-profiel niet overeenkomt met
het dnaspoor van het aangetroffen spermaspoor worden vernietigd, verzekert
het openbaar ministerie in Leeuwarden. "Deze dna-profielen worden ook
niet opgenomen in een dna-databank."
Eerder liet justitie het dna-profiel van het spermaspoor vergelijken
met dna-profielen in Duitse en Oostenrijkse dna-databanken. Dit leverde
niets op. Ook blijkt nu dat dit daderprofiel niet voorkomt in de kleine
Belgische dna-databank. "We wachten nog op de uitslag van het Britse Gerechtelijke
Laboratorium, waar een vergelijking wordt gemaakt met meer dan een half
miljoen dna-profielen", aldus justitie.
|