Vrouwen die tijdens de eerste drie maanden van hun zwangerschap extreem
misselijk zijn, krijgen vaker een meisje dan een jongen.
Dat beweren artsen van het Karolinka Institute in Zweden. Zij baseren
hun stelling op een grootschalig onderzoek, waarvan de resultaten deze
week in het gezaghebbende tijdschrift The Lancet werden gepubliceerd.
De wetenschappers bekeken alle geboorten in Zweden tussen 1987 en 1995.
De verdeling tussen jongetjes en meisjes was 49 procent tegenover 51 procent.
Gekeken werd naar 5900 moeders die in het ziekenhuis moesten worden
opgenomen wegens ernstige misselijkheid en overgeven. Tot verbazing van
de onderzoekers bleek 56 procent van hen in verwachting van een meisje
te zijn, terwijl 44 procent van een jongen zou bevallen. Opname in verband
met ochtendmisselijkheid later in de zwangerschap leverde geen verschillen
op.
Ondanks deze opmerkelijke conclusies waarschuwen de Zweedse artsen ervoor
bij misselijkheid niet onmiddellijk naar de roze verf voor de babykamer
te grijpen.