Van onze correspondent - FRANKFURT,
zaterdag
De euro is gistermorgen op de Europese valutamarkten
voor het eerst minder waard geworden dan een dollar. Gaandeweg de dag trad enig
herstel in en in Amsterdam werd gesloten op $1,0012 tegenover een slot van $1,0057
op donderdag.
Dat betekent dat de euro in het eerste jaar van zijn bestaan
dik 15 procent in waarde is gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Op
de beurs van New York dook de euro donderdagavond al even naar $0,9995, een niveau
dat het startpunt werd voor de valutahandel in Europa.
De euro begon zijn
leven op 1 januari jl. op $1,16675 en kreeg alleen kort na de geboorte enige verhoging.
Daarna kreeg de euro alleen maar last van een veel beter presterende Amerikaanse
economie en daar komt nu nog een keer bij dat ook Japan uit het dal klimt en de
yen steeds vaster wordt. Tegenover de yen is de euro in het eerste jaar van haar
bestaan zelfs met 23 procent gezakt.
De euro kan nog verder omlaag naarmate
beleggers meer en meer kiezen voor beleggingen in dollar- en yennominaties. Immers
Amerikanen en Japanners die aan het begin van het jaar in euro-obligaties hebben
geïnvesteerd zitten nu met een fikse valutastrop. Maar de Europese Centrale
Bank blijft er rotsvast van overtuigd dat de economische basis onder de euro gezond
is en dat het derhalve een kwestie van tijd is voordat de markten dat onderkennen
en de euro weer gaat stijgen. De afgelopen dagen liet ECB-president Duisenberg
duidelijk weten niet aan interventies of een renteverhoging te denken om de kwakkelende
euro te hulp te komen. En dat was genoeg voor de markt om de aanval op de 1:1
verhouding euro/dollar in te zetten.
De vrije markt moet de koersen bepalen,
meent Duisenberg. De renteverhoging van begin november was dan ook meer bedoeld
om de ontluikende inflatie te stoppen dan om de koers van de euro op te vijzelen.
Maar eigenlijk alleen Ierland groeit te snel (met ook teveel inflatie) maar in
de grote landen van de eurozone komt het herstel maar aarzelend, in Duitsland
wil de economie maar niet echt doorbreken. De inflatie wordt alleen aangewakkerd
door de snel gestegen olieprijs.
Duisenbergs pogingen om olie op de golven
te gooien haalden niet veel uit, de markt hoorde alleen maar dat er geen interventies
komen en dat de euro het op eigen houtje moet redden. Duisenbergs boodschap dat
over twee jaar de Europese economie het beter zal doen dan de Amerikaanse, werd
geplaatst in de afdeling "eerst zien dan geloven".
Feit is wel dat de lage
euro meer Amerikaanse en Japanse toeristen zal lokken en dat de Europese export
zal aantrekken. Europese producten worden immers steeds goedkoper voor afnemers
buiten de eurozone, waaronder ook Engeland, Zweden en Denemarken.
Ook
de Europese Commissie toonde zich niet bezorgd. Een commissiewoordvoerder zei
gisteren dat een lage eurokoers goed is voor de export en de werkgelegenheid in
Europa. Duisenberg wordt onderhand wel een beetje moe van de vele interpretaties
die aan zijn woorden worden gegeven. "Wat ik ook zeg of doe, de euro blijft bewegen.
Misschien is het beter als ik niets meer zeg."
De jongste renteverhoging
in de eurozone met 0,5 procent naar 3 procent begin november blijkt niet in staat
om de groei van de geldhoeveelheid af te remmen. Duisenberg gaat er desondanks
vanuit dat de inflatie volgend jaar onder de 2 procent zal blijven.
Samenvattend
stijgen de kansen dat de rente in de eurozone volgend jaar verder omhoog gaat.
Als de economie inderdaad aantrekt krijgt de ECB handenvol werk om de groei van
de geldhoeveelheid en de inflatie in toom te houden. En om het imago van de euro
niet te zeer te schaden is een renteverhoging ook niet helemaal onwelkom, zeker
als de Amerikaanse economie doorstoomt en de rente over de oceaan zoveel hoger
blijft als in eurozone.
Effectenhuis Merrill Lynch voorziet volgend jaar
twee renteverhogingen door de ECB met een kwart procent, één in
het voorjaar en één in het najaar. Begin 2001 zou de rentevoet in
de eurozone dan rond de 4 procent terecht moeten komen.