BRUSSEL/RIJSWIJK, vrijdag
De tien tot vijftien Nederlandse vleesexporteurs die door de Europese
Commissie beschuldigd zijn van fraude met de export van rundvlees naar Irak, moeten
de verkregen exportsubsidies in elk geval terugbetalen. De bedrijven ontdoken
tussen 1991 en 1994 de handelsboycot van Irak en ontvingen bovendien nog eens
miljoenen guldens exportsubsidie van de Europese Unie.
De affaire is
ontdekt door het fraudebureau van de Europese Commissie, Olaf, dat hiervoor nauw
samenwerkte met de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van landbouw
in Den Haag. Niet alleen Nederlandse, maar ook Duitse vleesexporteurs zijn bij
het schandaal betrokken. De Europese Commissie eist ruim 140 miljoen (EUR65
miljoen) terug van de betrokken Nederlandse en Duitse bedrijven.
Woordvoerder
Alexandro Buttice van Olaf stelt dat Nederland, samen met Duitsland, de belangrijkste
partij was in de exportfraude. "Nederland is er zeer bij betrokken", aldus Buttice.
De zegsman wilde geen namen van bedrijven noemen of het bedrag dat de Nederlandse
autoriteiten moeten terugvorderen.
Volgens Buttice maakte het niet uit of
de betrokken vleesbedrijven wel of niet te goeder trouw hebben gehandeld. Ze hebben
ten onrechte Europese subsidies gekregen en dat geld moet terug worden gestort
door het agentschap dat de subsidies uitbetaalde, in dit geval het Productschap
voor Vee, Vlees en Eieren.
De zaak kwam aan het rollen toen de Brusselse
antifraudedienst Olaf argwaan kreeg over de sterk gestegen vleesexport naar Jordanië.
Jordanië is doorgaans geen grote afnemer van Nederlandse en Duitse bedrijven,
maar bleek plotseling verdacht veel vlees te consumeren. Onderzoek leerde dat
het merendeel van het vlees via Jordanië naar Irak werd vervoerd. In totaal
werd op die manier 38.000 ton rund- en kalfsvlees en 3300 ton pluimveevlees Irak
binnengebracht.
De betrokken bedrijven kregen EU-subsidie voor de export
naar Jordanië. Volgens Olaf hebben de bedrijven papieren vervalst om de subsidie
te verkrijgen. "Het is duidelijk dat de exporteurs nooit gebruik maakten van de
geëigende procedures om het embargo te omzeilen. Ze deden alsof om het vlees
door de Jordaanse douane te krijgen en vervolgens subsidie op te strijken", schrijft
OLAF in haar rapport.
Het Productschap Vee, Vlees en Eieren en het ministerie
van Landbouw trachten te achterhalen welke Nederlandse bedrijven bij de zaak betrokken
zijn. Volgens het ministerie betreft het tien tot vijftien exporteurs, hetgeen
een aanzienlijk deel is van de totale Nederlandse rundvleesverwerkende sector.
Vast
staat dat een aantal bedrijven zonder ontheffingsvergunning naar Irak heeft geëxporteerd,
laat een woordvoerder van Landbouw weten. Volgens de zegsman dachten de exporteurs
via de Jordanië-route de stroperige administratieve procedure te vermijden.
Of er een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart tegen de betrokken bedrijven
is vooralsnog onduidelijk. Volgens een woordvoerder moeten ze in ieder geval de
onterecht ontvangen subsidie terugbetalen. "Dat kan voor een bedrijf al grote
gevolgen hebben."
Olaf heeft alle documenten aan de autoriteiten in de
lidstaten gegeven. Zij moeten nu de zaak verder uitzoeken en het geld terughalen.