door Ernst Nordholt - LEUSDEN, vrijdag
De Rijksrecherche heeft oud-voorzitter P. Kruizinga van de Politie vakorganisatie ACP en zijn echtgenote aangehouden op verdenking van verduistering van subsidiegelden.
Ook Kruizinga's voorganger M. Blijleven, thans wethouder voor financiën in de gemeente Bergschenhoek, zit vast op verdenking van hetzelfde delict.
De aanhoudingen werden woensdagochtend verricht na een vijftien maanden durend onderzoek van justitie in Utrecht, in samenwerking met de FIOD en de afdeling Forensische Accountancy van het CRI/KLPD.
Volgens Rob Meijer van de ACP gaat het om subsidies afkomstig van het ministerie van Binnenlandse Zaken bestemd voor arbeidsmarkt- en opleidingsactiviteiten, het zogeheten A&O-fonds.
Verdeler subsidies
Kruizinga was persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer
en de verdeling van deze subsidies voor projecten van de politiebonden.
Jaarlijks ontvingen de gezamenlijke bonden vele tonnen van het ministerie.
Volgens ACP-woordvoerder Rob Meijer werd eind 1997 al door de ACP zelf een intern onderzoek gestart naar het beheer van de subsidiegelden nadat Kruizinga herhaaldelijk geweigerd had om inzage te verschaffen in de door hem gevoerde boekhouding. Het interne onderzoek leverde volgens de ACP genoeg redenen op om in september 1998 aangifte te doen van verduistering.
De onregelmatigheden in het beheer van het subsidiegeld zouden volgens de bond dateren van de periode '91-'93. Bondswoordvoerder Meijer benadrukte gisteren tegenover deze krant dat het niet gaat om contributiegelden van de leden.
Kruizinga stapte eind 1997 op als voorzitter van de politie-vakorganisatie, vlak nadat het interne onderzoek naar zijn financiële handel en wandel van start was gegaan.
Blijleven was daarvoor al vertrokken bij de bond. Hij kwam in opspraak toen bleek dat hij zijn eigen voetbalclub in zijn woonplaats Bergschenhoek sponsorde met contributiegeld van ACP-leden.