Het Belgische energiebedrijf Electrabel wordt niet de enige eigenaar
van het Noord-Nederlandse energieproductiebedrijf Epon. Bank/verzekeraar
ING neemt als belegger 20% van het aandelenkapitaal voor zijn rekening.
Dat werd gisteren bekend gemaakt tijdens een toelichting op de overname.
Door ING als mede-aandeelhouder in huis te halen speelt het Belgische
energieconcern in op de ontwikkelingen in de sector. De verwachting is
dat in de toekomst verschillende marktpartijen aanbieders zullen worden
van energie en aanverwante producten. "De verkoop van gas en stroom via
de verkoopkanalen van de ING is goed mogelijk", aldus W. Bosmans, bestuursvoorzitter
van Electrabel.
Epon-directeur L. van Halteren zegt blij te zijn dat Epon een beetje
oranje blijft. "En het toont het vertrouwen van de financiële wereld
in de energiesector." In totaal wordt er 6 miljard op tafel gelegd
voor Epon. In dat bedrag zit 835 miljoen aan schulden die de Belgen
overnemen. Ook staan zij garant voor 376 miljoen als bijdrage in
onrendabele kosten, de zogenoemde bakstenen, die het bedrijf uit het verleden
met zich meedraagt.
Electrabel ziet voor Epon een belangrijke rol weggelegd als speler
op de Noord-Nederlandse en Noord-Duitse markt. Bosmans erkende dat de
prijzenslag en concentratiegolf in Duitsland de markt moeilijk toegankelijk
maakt. "Maar dat is wellicht van voorbijgaande aard. De Duitse markt is
een grote uitdaging met veel potentie."
Bosmans wilde niets kwijt over het marktaandeel dat het concern bij onze
oosterburen wenst te halen. Ook over de synergievoordelen die de overname
moet opleveren bij de inkoop van gas en kolen wilde de Electrabel-voorman
niet meer zeggen dat dat deze "significant" zullen zijn.
De oude aandeelhouders van Epon, de distributiebedrijven Edon en Nuon,
ontvangen gezamenlijk 4.795 miljoen op hun rekening. Daar moeten
zij 564 miljoen van opzij zetten om eveneens aan de bakstenen mee
te betalen.
De hoogte en verdeling van de bakstenen blijft een heet hangijzer
in de energiesector. Het energiedistributiebedrijf Essent, ontstaan uit
de fusie met Edon en Pnem/Mega, zei gisteren deze niet zonder slag of
stoot te zullen accepteren. Het bedrijf is van plan een juridische procedure
te starten als minister Jorritsma (Economische Zaken) wettelijk regelt
dat de bakstenen door de aandeelhouders van de stroomproducenten moeten
worden opgebracht.
"Het gemak waarmee de minister praat over draagplicht is volgens onze
juristen onjuist", aldus Essent-directeur W. Wiechers. Essent ziet nog
wel ruimte om te onderhandelen met de bewindsvrouwe, maar als dat op niets
uit draait overwegen volgens Wiechers ook de andere aandeelhouders van
productiebedrijven de gang naar de rechter. Essent is voor tweederde eigenaar
van het productiebedrijf EPZ en met een marktaandeel van meer dan 35%
het grootste energiebedrijf in Nederland.
Het beursgenoteerde Electrabel is voor 40 procent in handen van Tractebel,
dat weer bijna helemaal van het Franse Suez Lyonnaise des Eaux is. Gisteren
maakte Jorritsma bekend de import van Franse stroom te willen verbieden.
Het gaat daarbij alleen om nieuwe contracten, de bestaande kunnen doorlopen.
Een dag eerder besloot de Franse Senaat dat de eigen markt niet wordt
opengesteld voor buitenlandse aanbieders. In de Europese regels voor elektriciteit
is vastgelegd dat landen op basis van wederkerigheid stroom aan elkaar
moeten kunnen leveren. Voor Nederland en andere landen als Spanje, Italië
en Engeland is nu de maat vol. Naar verwachting zal ook de Europese Commissie
de Fransen op de vingers tikken. Jorritsma wil de zaak op 2 december tijdens
de EU-raad van energieministers aan de orde stellen.